stukjes gekookt of gebraden vjè^se,^warenKvoör hem ,eenTlekkernij. Kreeg hij
.meer , dan hem noodig^oe/scjtieen, dan bragt hij de‘ Q-yergeschcdeji; stukje^niar zijne
kooi. Kreeg hij in ’t geheel jnietspf liet men he^a.jachten, dan,platste hij è id l
pp een binnen ^e'"kamer aan het venster, staanden ^loempöt, maakte;-; vojgë en aeh-
terwaartsche bewegingen met de. kuif * stak vervolgens den kop regt omho&g, en
-begon daipeen deuntje, dat wij gfewoon;warep zijn klsiaglied te ijoemen,: mmlf-
wak-wak, -hoep-hoep-hoep”, een^lleryervelepdst geroep, .\ooralyals^hót wat lang
,-duurde; in geen ]gevaLech%JnelC hij op‘ voprdat hij zijn zin gekregen had. Dikwijls
ook trachtte hij in den bloejnpot wormen yjgyinjden, bij welke pogingen hij
de. aarde -»maar buiten .tegen het venster-,en op den grond wierp 5 kwam nu de'
huisvrouw zijn rgemop,vschoonvegen, jlan zat hij injeeh’wip'.op.haar'hoofd, en
pikte aan hap-muts of, trok haar aan de haren. Zijn yöedse|’B ^ t o ^ tuit?bropd,
gehakt ei en^-stukjes fleesch; wormen en larven, waren 2ï j n e l j p g spijzen;„en
gedurende de zomerhraairden maakte t hij in . do7k a i j y , 6rag..j4 1 pp vJjeguuPii
^ g g 6*1- Hij kwam echter- feer -ongelukkig^ kan zijd eiüde. ^h&pnyoorzigti
de brandende kagehel gewaagd hebbendev vond. hij É|%r;) <cerf,rnpgi,hern kuip.korf'
bieden,, een.jammerlijken dood. -