1 «
DE WIT KU IF -F A Z AN T ,
(®fcJPLOCQMUS ALBOCRISTATUS.
iiï3i|)e Witkuif-Fazant bi t\\o(rtit lAn vvtslehjk gedeeltevan het Himalaija-gebergte,
en eme neVl) i uimere uitgestrektheid, dan®|, andere in dezelfde streken
bevende Fa/anl’eiE^tot föjPi'Op Eeïïi* houg^vjvan ruim* 8000 voet treft men hem
daar aan. , Het talrij kst' dk, dezel|s<Ifml in de oorden, welke- dfelSimla begrenzen,
alwaar men h'aafcMbijirtrof'pies “van-Ca het heestergewas bnAmpet. Zij is .zeer
^tftów'elijk.i’- ^öddat tóen*dedv’oorwferpen dezer‘soort tot'tep. eenige schreden afsla
nds k an ’naderen, zonder dat zij;‘opvlifegén;.tte.-andere/vèrwante soorten daar-
entege^-zijn« veel1 Schuwer van aard en mo'eijelijker te ontdekken; dezebroeijendan
Tm. 'iheu m onbevolkte streken; terwijf dé Witkuif-Fazant viidhJ'steeds in ddnabijheid
-der mensehelij,ke>; »woningen’ ophoddf}£Dn*fdiïbi)örlingen<;diar streken noemen
hem Kallieze, Koekeeta en Mïet’gMe. -
’’ Zijne ‘levenswijze is- nagenoeg' dezelfde; als die van alle overige Fazantsoorten:
hij ‘beweegt ‘-zich op/den gnpnd^lns'Scheï^B’t wild^g^oeijend daag houi/<of hoog
gBa«>;óf ,op/de -takken, van-.'het iagerfe,'geboomte. Hij voedl zich met jonge plant-
scheuten, wortelsv; zadepi.ibeziën...en iaMerlé;iiinsecten: Hoogstwaarschijnlijk leven
ilèze'-j* yogel^ gepaard, niet in polygamie'; men. ziet*, .hen althans steeds bij
kleine ; troepjes,-.«jdie 'gewftonlijk|juit twee of drie Hanen-met-evenveel Hennen
begtdan.
De- -Witkuif-Fazant broeit: op den. .weelderig begroeiden grond, nabij groote
laagliggende takken, onder afhangend gebladerte dfi tusschen met groen overdekte
steenblokken. Het nest is gemakkelijk te ontdekken, -doordien .'de Haan, bij wijze
van liefdesverklaring, een zeer seherpluidend gekakelvdoet hooren en'daarbij onophoudelijk
en zeer schielijk met de. vleugels slaat, welke beweging een op tamelijk
verren afstand hoorbaar geruisoh voortbrengt. De 9 a 14- taankleurige eijeren liggen