houden, moefe men zomeerst laten paren; zQo_dra-r zij jongm hebben, kan men ze
gerustelijk uitlaten; en zijn, deze jongen güootgebragt, dan.-zijn zij als-wolkomen
tam te beschouwen.
Hèt stemgeluid der beide seksen is éénvoudig; het;.koeren heeft veel overeen?
komst met dat der Ringduif (Golumba palumh^s), maar is minder eentoonigy of
liever, niet zoo-melancholisch^ Men hoort ze vooral ondier hèt paren.?; H-,ettgeluid*
dat d© jongen onder het svoêren laten boeren, ,is' klagend, en trillend, ongeveer, als,;
h i r r r r r h i r r r f r .
De Rotsduif voedt zich-met zaden,.'die zij op .dpn grond, vindt, met .slakken
m slakeijeren, alsmede me* granen en^peulvruehten. Zij komt nooit qptfde hoornen,
maar beweegt zich_ en slaaptxodk op den vlakken grond.
In ons lancb- waar zij zelden öp^ den trete wolfden- aang^tapffen ff,bhhoorën zij'
met tot de jagtvogels. In Engeland daarentegen, vooral im.Sahotland» wo£dën|p
in het -najaar eene menigte? geschoten;'zij zijn dam bijna' altijd If^encl&verem dus
een voortreffelijk wildbraad op. *