' Onze Kwartel, door sommigen ook Wachtel genoemd, bewoont Europa,
Noord-Afrika en een groot gedeelte van Azië. In ons werelddeel is hij de eenige
soort van het geslacht Cótumix; de óverige soorten bewonen Afrika, Azië, Achter-
Indië en Australië. De eigenlijke Kwartels zijn tot de oude wereld beperkt; doch
verwante vormen, kleine patrijsachtige vogels, worden ook in Amerika aange-
troffen. In de wetenschap vindt men onzen Kwartel ook als Columwc dactyhsonans,
C. vulgaris• of, gelijk vroeger, als Perdix coturnix beschreven.
Het kenmerkend verschil tusschen de Kwartels en de Patrijzen bestaat hierin,
dat de'eerStgenoemdèn slechts twaalf staartpennen en een veel kortoren en minder
breeden staart -hebben; vandaar dan ook, dat zij, wat den vorm van het ligchaam
betreft, meer met de Parelhoenders, de Patrijzen daarentegen meer met de Koren
Zandhoenders overeenkomen.
■ Het is! tegenwoordig algemeen bekend, dat de Kwartel een trekvogel is en
zelfs, niettegenstaande de betrekkelijk aanzienlijke zwaarte van zijn ligchaam,
verre reizen onafgebroken aflegt, hetgeen vroeger vrij algemeen betwijfeld, ja
zelfs geheel tegengesproken werd. Reeds Plimus schreef, dat de Kwartels uit
Midden-Europa naar het Zuiden trokken, wat echter door vele latere natuuronderzoekers
wérd bestreden. Door Gödehen (Mémoires de Maih. et de Physique, T. IH,
p. 90. Paris, 1760) werd eene breedvoerige verhandeling betreffende het trekken
dezer vogels aan Réaumur gezonden. Voor ’t overige is uit waarnemingen van
verschillende natuuronderzoekers gebleken, dat talrijke menigten dezer vogels de
Middellandsche Zee passeren. Sonnini zegt dienaangaande onder anderen: „Zwakker
dan andere trekvogels, ondernemen zij zelfs lange reizen, vliegen langzaam en
digt langs de oppervlakte van het water bedienen zich van alle rustpunten, welke