
1 III
Stompe
Spil.
&£■ 3-
V an d e Wyzers Verfchi,,en z y . doordien dèzélven de
H p ^ S p fdH Punt f " den y leugel veel laDg«. ja fomtyds wel zo lang als
de geheele Hooren hebben, hoedanig eene wy in 't vervolg afbeelden zullen.
Uat'zy tot de Vleugelhoorens behooren is uit zig zelve blykbaar. By d’A r-
g env i l l e komt zulk een Kemphaantje, op de Veertiende Plaat, by Letter
O , vOor; t welke, zo die Autheur aanmerkt, in ’t Franfch Oreille d'Ane, dat
is Jtzels-Oor, getyceld wordt. De inwyking onder aan den Vleugel, die
waarfchynlyk in het aangroeijen door de geftadige beweeging van het gezeg-
de Beentje veroorzaakt wordt , is in F ig . i , .zeer zigtbaar; ja heeft ook
boven by de Punt eemgermaate plaats. De Oppë&lakte is rimpelig, en een
weinig, doch zo flerk met geknobbeld, als.in de Hoorens, die men, desweg
en, Sproetjes noemt_, en vertoont zig, als graauwagtig bruin zynde
met witte Stippen. In F ig . 2, ziet men de roode Kleur der Mond - opening’
als ook, hoe dik gelipt deeze Hoorens zyn. 1 °
In het Eerfte Deel, bladz. so , hebben wy van de Spillen gefproken, die
men in t Franfch Fufeaux noemt. Haar naam komt van de Geftalte, die
naar beneden, zo wel als naar boven, dunner loopt; zo dat zy taamelyk
naar een Spil gelyken. Stompe Spil wordt deeze genoemd, om dat zy van
de andere Spillen, ook Tabakspypen genaamd , door de kortheid"en {lompheid
van haare Staart aanmerkelyk verfchillen. Men vindt ’er die rond en
eden zyn van gieren o f draaijen : anderen zyn op dezelven gerimpeld en
geknobbeld gelyk deeze, wier Kleur bruinrood i s , met blaauwagdg en
Trom ethoolens3 WK ^ tuffi;hen- Men betrektze tót de Euccina o f
Geele In de verklaanng van de Drie-en-twintigfle Plaat in het Eerfte Deel reeds
Holrtn" Sen? eSzaam van de Mujiekboorcns gefproken hebbende , voegen wy ’er ten
Fig. 4,5. 0PZj6t van t*eeze alleenlyk by, dat dezelve door zyne geele Kleur verfchilt
en daarom ook m e t van de gemeenften is. In Fig. 5. ziet men de Mond-
opemng en de dikte van de Lip in deeze Hoorens, die bovendien zeer dui-
. delyk het Kenmerk van de Rotshoorens hebben : eenige fm.dle Ribbetjes,
naamelyk, welke aan de Mond-opening, tegenover gedagte Lip, inwaards
j°pen' . .T f * * 1 eke®«g der Mufieklynen en Nooten in Fig. 4 , zullen wy
met verder fpreeken, om dat die in de aangehaalde Figuur van ft Eerlle Deel
ruim lo auiaelyk zig vertoonen.
Z é s t i e n -