
wegens haare Vlakken, Tyger-Doubletten, en deeze geele, om die van de
anderen, welke rosagtig donker bruine Vlakken op een witten Grond heeft
te onderfcheiden. Dezelve zullen wy in ’t vervolg verwonen.
N e GEN-EN-TWINTIGSTE PLAATSwitzers
In de verklaaring van de Tweede Plaat, van dit Tweede Deel, hebben
doorge- Wy f ? zlen dat de getakte Vaazen zeer naby komen aan de Switzers-Broek,
fneeden. een ^ ooren J w dien naam, welke hier, in Fig, i , doorgefneeden vertoond
T ab. wordt, om de inwendige ftructuur te befchouwen, welke grootelyks van die
XXIX.* der doorgelheeden Penhooren, op de Zeven-en twintrgfle Plaat, verfchilo.
'o* • Zo. heeft ieder Geflagt van Hoorens een inwendig maakzel, dat aan hetzelve
by zon der eigen i s , naar de om windingen gefdiikt zynde. Deezé
Dooren vertoont z ig , van binnen, als o f eenige zogenaamde Peperhuizen
o l Trechters in malkander geftoken waren. Men ziet dat de kleine win*
dingen o f draaijen,tot aan den Tóp toe, met de grooten overeenkomftig zyn.
Uok is er uit te zien, dat dit llag van Hoorens ook in 't midden ais een lbort
van Spil hebben, die zig reeds in de Mond-opening vertoont.
S Onder de Harten (Coeurs) o f Hartgelykende Doubletten, behooren alle de
Fig.u i § en,en ’ W ® van de fiSaur eenigermaate de Geftalte van een Hart uit-
• drukt. Zo zagen wy op de Agttiende Plaat, in ’t Eerlte D e e l.de Venus-
Harten, en op de Negentiende een Nagelfchulp afgebeeld, die met haare
weergaa een Hartgelykende Doublet formeert. T o t de zodanigen behoo-
ren ook de zogenaamde Aardbey • Doubletten , die haare benaaming hebben
zo van de Geftalte, als van de Oppervlakte en Kleur, in Fig. 2 , 3 , ver*
toond. Hoewel z y , naamelyk, niet vol rond zyn, komt doch de Geftalte
vry naa aan die van eene Aardbezie ; de Oppervlakte is insgelyks , door
de dwarfe mfnydingen van de Ribben o f Tekening, als met Korreltjes bez
e t , en de Kleur zweemt ’er zodanig naar, dat men zelfs Witte en Roo-
de heeft. Die van de tweede Figuur wordt deswegen een witte, die van
de derde een. roede Aardbey - Doublet gebeeten. Op de Twintigfte Plaat
zagen wy, in ’t midden, een witte rood geflipte Aardbefie.
KrtKi. De rondagtige Geftalte doet de gene, welke in Fig. 4 vertoond wordt,
georfche. aanmerkelyk verfchillen van de Aardbey-Doubletten. Z y komt nader aan
die, welke men, wegens de plaats van haare a f komft, Kartbageenfcbe noemt;
als zynde; dwars over de Ribben , met bruine Streepen gebandeerd o f
ook wel Fcitama ■ Doubletten , naar de eerfte bezitters. Hoewel zy thans
niet in aanmerkelyke agting z yn , kan men ’er doch den. naam van fraaiie
acnulpen niet aan weigeren. J
Dia