
TnFSJl.
H O O R E N S e n S C H U L P E N . 23
Z e s t i e n d e P l a a ï .
' x)2 Arke Noachs zyn van fommigen tot de Hartvormigé o f Hartgelykende Dou- Arke No-
bletten, van anderen tot de Gaapers (Chama) betrokken geweeft, voor dat men ®ch Dou-
’er een byzonder Geflagt van gemaakt heeft, onder den naam van Arken. Dit Tab-_xvi.
Geflagt is taameiyk uitgebreid, dewyl hetzelve verfcheide foorten van Bafterd- y 2.
Arken en tevens de Haspel-Doubletten bevat; doch deszelfs Hoofdfoort zyn de
echte en wel de Oortindifcbe Ark-Doubletten, waar van de afbeelding in Fig.
■ 2i op deeze Plaat, vertoond wordt. De twee helften zyn volkomen aan elkander
gelyk en van een zonderling maakzel. Ieder is een holle Schulp, gelyk
in Fig. 2, wier holte bepaald wordt door eene regte zyde, welke met zeer fyne
Tandjes tn die der andere Schulp fluit, wanneer zy beiden, als in Fig. 1. , te fa-
men gevoegd zyn. De overige Omtrek, onder deeze lyn, heeft eene zeer onre-
gelmaatige kromte. Boven de gedagte lyn loopt de holte uit in een foort van
krommen Bek, gelykende naar dien der Zotskappen. Als de Schulpen famenge-
voegd zyn, maakt de Doublet niet kwaalyk de vertooning vim een Schip zonder
Maften, of van zodanig een Vaartuig dat men een Ark noemt, o f, wil men liever
1 van de Ark van Noach, naar het denkbeeld, dat men daar van formeert. Ieder
Schulp heeft, op de rondte, fyne Groefjes, die in den Bek allengs vernaaawen-
de, famenloopen. Onder de kromte van den Bek is zy door evenwydige Streepjes
Driehoekswyze afgeperkt, welke met die der andere helft Ruiten maaken , en
daar 'heeft de Ark - Doublet natuurlyk een zwarte kleur. Voor I overige ziet zy
regt levendig , en, fchoon gemaakt zynde, uit den bruinen, met blaauwagtig witte
Banden, doch aan den bovenkant is zy wit, met bruine Streepjes overdwars. Men
vindt ’er die wel eens zo lang zyn en van de zelfde geftalte.
De Hooren van Fig. 3 ., behoort baarblykelyk tot de Tooten , en krygt we-Tyger-
gens de Vlakken, waar mede zy verfierd is , den naam van Tyger - Toot, in t Toot.
Franfch la Tigrée. Men zou ze ook de Luipaard - Toot kunnen noemen, indien r *■ »'
de Franfchen niet den naam van Leopard gaven aan de Harte-Toot, opPlaatXV.
afgebeeld: ’t welk echter, om dat die witte Vlakken heeft op eenen zwarten of
geelen Grond, zeer oneigen is. Van de Tyger-Tooten komen ’er ook voor met
bruine Vlakken op een geeien Grond, die dan fomtyds moeielyk te onderfchei-
den zyn van de Boter- Tooten.