
Bruin
'bont
Manteltje.
Fig. 2.
Zoojnpje.
Van de groote verfcheidenheid, die ‘er in de Kleur der Mantel-Doubletten
is , hebben wy voorheen gefproken, en veelen zyn daar van reeds in afbeelding
gebragt. De ongelykheid der Ooren is in fommigen grooter dan in anderen,
en in deeze middelmaatig. Men kan ’e r , wegens de Tekening,dennaamaan
geeven van Bruin bont Manteltje.
3>4-
<ïebande
'Eijer-
iDoijer.
Ü 5-
Bonte
Dadeltjes.
Fig. 6 ,7 .
T o t de Kasketten worden thans die Hoorens t’huis gebragt, welke in ’t by-
' zonder Bezoars genoemd worden en waar van fommigen aan de Mond-ope-
ning een breede omgeflagen Lip hebben, welke men dan noemt Gezopmde
Bezoars o f Bezoar-Zoompjes, maar deeze zyn wat ronder ofhoogervanRug,
dan die, welke men alleenlyk Zoompjes noemt; gelyk die gene in Fig. 3 , 4 ,
vertoond: welke den naam voert van Dubbeld Zoompje, om dat z y , behalve
den Zoom aan de Qpening, nog een Zoom op de Rug heeft, die in veelen ontbreekt.
Deeze Zoomen zyn zeer zigtbaar in Fig. 3 , gelyk in iog, 4 , de Mondopening
, welke van binnen zig geel vertoont.
W y fpraken, hier voor , van Gebandeerde Eijerdoijers, waar van Fig. 5. een
voorbeeld geeft, zynde van een zodanige , die zeer fraay gebandeerd is, op
een geelen Grond , met Banden die wit en graauw gefchakeerd z yn , ontleend.
Voorts kan men nazien , wat in de verklaaring van de Agtfte Plaat
gezegd is.
Die Hoorens, welke men Dadels noemt , verfcbillen van de Rollen en
Kuipers - Booren door zekere hoedanigheid , welke gemakkelyker door de be-
fchouwing te kennen is , dan met woorden te befchryven. Men vergelyke de
Figuur i en 7 , op de Vyftiende Haat van ’t Eerfte Deel, met elkander, zo
zal men eenigermaate de reden gewaar worden, dat de onderfte een Boortje,
de bovenfte een Dadel wordt getyteld. Men behoeftze flegts tegen deVrug-
ten, die men Dadels noemt, na te zien , om overtuigd te worden, dat die
van Fig. 6 ,7 , op deeze tegenwoordige P la a t, billyk den naam voeren van
Bonte Dadeltjes. De Rollen loopen aan ’t onder-end zo Homp niet uit; ge-
lyk uit de Eerfte Plaat blykbaar is , en in de Kuipers-Booren is de Opetyjng
paar onderen wyder. Oneindige verfcheidenheden van Kleur komen ’er in de
Dadels voor , waar van wy in ’t vervolg de voorbeelden zullen zien.
E l f -