
men, en meer gelykt naar hunne Tulipss o f Tulpen, die echter ook een blaauw-
agtige Kleur, van binnen en van buiten hebben, hoedanigen wy ’er in ’t vervolg
zullen voorflellen. Deeze noemen wy dan Wolkbak, welke naam zeer
eigen is. Zy is , op een witten Grond, met roodagtig geele Vlakken fierlyk gewolkt
, en bezaaid met een menigte van fyne Stipjes, die als Ringswyze in de
Toot geplaatil zyn. De Mond is roodagtig o f Appelbloefem-Kleur.
Dufcfoelde in het Eerde en Tweede Deel hebben wy Ge-oogde Porfdeinhoorens ver-
£,rgus' toond , die fonamigen ook w e l , doch oneigen , Zoutkorrels, maar eigener
's' 5' Arguffen noemen. Hier i s , in Ftg. 5 , de regte Dubbtlde Argus afge-
beeld, die de Oogen in zwarte Kringetjes heeft, byna ontelbaar, en veelen
van deeze Kringetjes zyn verdubbeld , dat de aardgheid vermeerdert. Van
deeze Arguffen hebben eenigen den Grond bleek Vleefchkleurig, met graauw-
agtige Banden; anderen hebben den Grond zelf graauwagtig. Z y zyn eeniger-
maace roodagtig gezoomd. Deeze Argus komt uit Ooftindie en die van de
Vier-en-twintigfte Plaat, in het Tweede Deel, wordt by V a l e n t y n een
Weftindifche Argus genoemd, zynde by hem op N. 85, niet op N 58 , ge-
lyk aldaar biadz. 74 , gezegd i s , afgebeeld. De Dubbelde Arguffen vallen
Veel grooter dan deeze Afbeelding.
T waalfde Pl aat .
Dat ’er een aanmerkelyk verfchil onder de Mofiek-hoorens, in de Kleur,
Mufiek- plaats heeft, is uit de Afbeelding op Plaat XXIII in het Eerfle, met die op booran. Plaat XV. in het Tweede Deel van dit Werk blykbaar. De eerfte was
een gemeene, de andere een Geele Mufiek en dan heeft men ’er nog Groe-
fig.ü n e , die de fraaillen zyn. Van alle dezelven en tevens van de meefte A f beeldingen
verfchilt deeze, die doch het algemeene Kenmerk van de Tekening
der Muöekhoorens heeft, door haare Geftalte. Zy is veel hooger getopt
en dus langer, voerende ook op den rand der Gieren geene Knobbeltjes
o f Punten, hoedanigen fommige Mufiekhoorens, veel naar die der Ves-
pertiljes o f Varkensfhuiten gelykende, hebben. Sommigen van dat flag zyn
fierlyk voorzien met bruine Banden, doch deeze vindt men zeldzaam. In ’c
vervolg zullen wy ’er zo eene verwonen. Deeze lange Mufiekhoorens komen
uit Weftindie.
Aribifche Verfcheide Porlèlein- o f KliphooreBS reeds in dit Werk vertoond, en dus
Letters. 00k van dezelven in ’t algemeen genoeg gezegd hebbende, zullen wy al*
>s' a’ leenlyk het byzondere aanroeren, van ieder Soort. Men noemt deeze, van
Fig,
Ü
(zM -iifPenTiC ia o .