
B E R I G T v a N d U n
onder zyn n og , eenige ze er raare Voorw erpen, maar by den een o f anderen
aan te treffen.
H e t kon de L iefh eb b ers in ons N ed erla n d , onzes oordeels, n iet dan
aangenaam z y n , een W e r k , naar het begrip van den H eer Knorr
in g e rig t, alhier in een handelbaare grootte en tegen een bèkwaamen P fy s ,
te kunnen bekomen. H ie r door zu llen de g en en , die m inder kundig zy n ,
d é Naamén en Eigenfchappen van de Hoorens en 'Schulpen , welke zy
in hunne Verzamelingen b e z itte n , v erft aan ku n n en , en de-kundigen zu llen
daar in fom tyds iets vin d en dat hun ontbreekt. Van te meer nut-
tig h eid kwam ons deeze Onderneeming v o o r, detvyl het F ra n fch , waar
in men de Hoogduitfche be/chryving van den H eer K norr getragt h eeft
over te brengen, zeer gebrekkelyk, d ikw ils onverftaanbaar en met fo u ten
is uitgevoerd-, gelyk een ieder T a a lku n d ig e, die tevens een L ie fhebber
van de Natuurlyke H iftorie i s , w el ba a fl moet ontdekken. Wy
zu llen h e t , in 't N ed erd u itfch , w e l n ie t onberispelyk maaken : v e r is
die hoogmoed van on s! maar wy zu llen de L e s , op 't end der Voorrede
van den H eer Knorr, zo flip t a ls 't doenlyk is iragten te v o lg en , en ons
voor a l wagten voor een v erd rietige langdraadigheid; als weetende dat
kort en goed meeft naar den Smaak is van onze H ollandfcbe N a tie.
H e tegenwoordige TJitgeevers van d it W e rk , zynde de Erfgenaatnen
van wylen gedagten H eer K n o r r , hebben met ons een akkoord aangegaan
tot het leveren der P la a ten , by v y f teffen s; gelyk w y dezelVen
dan ook meenen u it te g eev en , volgens, het B e r ig t, dat u it den Boekwinkel
van de E r v en H o u t t u y n , te A m jle rd am , alom -verzonden
is . B y h et zenden van het eerfte v y fta l a f gezette P la a ten , hebben zy
. . ons
N E D E R D U I T S C H E N U I T G E E V E R .
tn s te kennen g eg ev en , dat z y , om onze Onderneeming te bevorderen,
d ie P la a ten op n ieuw s, ten n aauw keun gfte, naar de N atuurlyke Voorw
erp en , m eejl in het aanzienlyk K a bin et van den H eer Schadeloo ck
b eg u jlen d e, hebben doen K leu r en , b e t w elk dezelven eenigermaate van
d ie , w elken de H eer Knorr in d it Ë e r jle D e e l uitgegeven h a d t, v e r -
JchiUende maakt. W anneer derhalve eenige L ie fh eb b e rs hunne S tu k k en ,
in K leu r , ju ift n iet volmaakt vin d en overeen te komen met de K leu r
van deeze A fb eeld in g en , zo weeten zy lig t , dat men onder honderd Voorwerpen
van een ze lfd e S oo rt, by manier van fp re ek en , als men het ten
naauwkeungfte on d erzo ekt, geen tien z a l vinden , die v ó ljlr ek t van
d e zelfd e K leu r o f Tekening zyn . In 't vervolg z a l men ook de aanmer-
kelyke verfcheidenheden van K leu r en G e jla lte , in fnm mige Hoorens en
Schulpen van eene ze lfd e Soort ,\ jo o r g e fie ld vin den.
- Sommigen zouden mooglyk 'w el w en fch en , dal h ier de Schryvers waren
aangehaald, in welken deeze Voorwerpen ongekleurd voorkomen; het
D erd e D e e l van Se b a , by v oorbeeld , G ual thierc , d’A r g en v i l l e ,
R umphius en dergelyken; m a a r, d ew yl d it W erk voor gemeene L ie fhebbers
gefch ik t is ; om die A u th eu ren te kunnen miffen , hebben w y ,
enkel om der voornaam jlen en kundigften w ille , die de gedagte W erken
by der band e n , om zo te fp re e k en , op hunnen D u im hebben, tegen den
gedagten R e g e l, van de overtolligheid te verm yden , n iet w illen zondigen.
E en gefch ik t R e g ifte r , naar eene Syftem atifche O rd e , aan V end
van ieder D e e l o f van t geheele W erk geplaatft , z a l heiden genoegen
kunnen geeven.
Voorts moet men in aanmerking neem en, dat wy de Uitgaave deezer
a f