
H O O R E N S en S C H U L FE N.
Z e s - e n - t w i n t i g s i e P l a a t .
i r s
•Wegens de uitwendige Kleur en Tekening noemt men de Hooren van Slangen*
Fis. i , op deeze Plaat, een Slangenel o f Slangevelle- Hoeren; hoewel fommi-Veile
gen haar met de Knobbelhoorens verwarren; anderen haar Reuzen-Ooren ^ooren-.
genoemd hebben; doch het verfchil met deeze laatftenis zeer blykbaar voorxxvi**.
iedereen, die ooit een regt Reuzen-Oor heeft gezien. Deeze vallen, zoFig.i. "
wel als de regte Knobbelhoorens, dikwils een Kinderen - Hoofd groot, en
kunnen beiden, door het afhaaien van den uitwendigen Rok, van buiten
fchoon gepaarlemoerd worden; dat met de Slangevelle-Hoorens zo veel niet
gefchiedt: want de bl-aauwe, groene, graauwe en witte Vlakken, waar mede
dezelve gefprenkeld is , vertieren deeze Hoorens ongemeen, die ook aanmer-
kelyk, langs den rand der Gieren, geknobbeld zyn. Van de Mond- opening
zullen wy ftraks Ipreek-en.
Hier voor, op bladz. io i en 102, in- de befchryving van de Dertiende Sproetje.
Plaat, fpraken wy van de Sproetjes, die ook wel Kiknorfchen genoemd, wor- Fig.2,3.
den. Men maakt doch eenig onderfcheid tuflchen beiden, en dus zou die
van de gedagte Plaat eerder een, Kikvorfch, en deeze een Sproetje zyn. Z y
is naamelyk met kleine Vlakjes, o f het Sproeten'in ’ t Aangezigt waren, op
eenen witagtigen Grond, getekende In Fig-. 2 ziet men zodanig een Sproetje
van de Rugzyde, en ontdekt dus, dat zy tot de Vleugelhoorens behooren1:
in Fig: 3 vertoont zig de Mond, welke een lange Sleuf is met een dikke L ip ,
van binnen bruinrood. Sommigen hebben ook den Mond geel en eenigen ,
die zeer raar z yn , zwart. D e a fk om lt is , zo wel als van de voorgaanden,
uit Oodindie,
DePenagtige Hoorens,- van Fig. 4 , 5 , voeren, ik weet niet om wat re- Genheden,
den zonderlingen naam van Getakte Bezaanknoop. Haare Geftalie-is, ge-Bezaan-
lyk men hier z ie t , Pieramidaal, en zy zyn langs de Gieren met dikke Knob-1“ 00?-
beis omgeven, die als llompe Takken zig vertoornenen dikwils, door af.
flyting, wit zyn. De Kleur van deeze Hoorentjes is bruinrood o f geelagtig,
en fomtyds geel bont, gelyk-dat van Fig: 5. Zy. vallen in Weftindie o f ook
in de MiddeMandfche Zee.
Z e VEN-EN-TWINTIGSTE PLAAT.
Hier vertoont z ig , in Fig. 1 , zeer fraay, de Mond van- de befchreevene Slangen-
Slangen-Veile Hooren. Men kan zig naauwlyks een fchooner Glans o f een VeUe
aangenaamer verandering van fchitterende Kleuren verbeelden, dan zig op |||||Ë
de binnenfte Oppervlakte van deeze Hoorens openbaart. Het Paarlemoer is ne„.
niet, gelyk dat der Paarl-Schulpen, enkel Zilveragtig, maar het heeft een Tab.
enverbeeldelyken weerfchyn van Hemelfchblaauw, Purper, geel en groen,
door zig fpeelen,. die naar de plaatzing van het Licht en van de Hooren. ge- ‘
& duu»
J t ’«*
a a n