
Geban-
deerde
Agaace
Dadel.
Fig. 3.
Ziczak-
Dadel.
Fig- 4-
Metaal-
Hooren.
p 8 5.
Franfche
Belhooren.
Tab.
III * *
Fig. i .
« J u f ! 6 H° or?.ns’I welke men Dadels noemt, van wier verfchil met deRoll'eir
op bjadz. 46 gelproken is, komen aanmerkelyke verfcheidenheden voor, van Kleur
Deeil6 V3n Fl§ ' 3 ’ komt ln ’£ laatfte °Pzigt zo wonderbaarivk
men Agaat noemt, overeen, dat ’er naamvelyks groo-
ter gelykheid bedagt kan worden. Het is gemakkelyker te befchouwen <fan te
befchryven. Het is gemakkelyker te befchouwen dan te befchryven Zy heeft
bovendien breede bruine Banden, die dwars over de geele Streepen om de
Hooren loopen. Wegens t een en andere noemt men deeze de Gebandecrde
Agaate o f ook wel Satyne Band Dadel.
ifC Pfgj ge Tekewn* * ra tbrulne , op eenen witten Grond, geeft
aan dergelyken, als deeze, _den naam van Ziczak of Spinnneweefs - Dadels. Eige-
ner, echter, komt de eerfte naam aan deeze to e , dewyl de Streepjes niet als
Straalswyze door elkander loopen, maar zulke Figuuren, die men Zigezagen
der voorgaande!611, De T °P ‘S witagtiS met eeniS Seel » gelyk her Mrad lu k
In het Geflagt- der Belhoorens worden van fommigen die t’ huis gebrast
welke men RudolpbuJJin o f Metaalhoorens tytelt. In ’t I'ranfch geeft meneer
den naam van la ConquePerftque, dat is Ccncha 1 aan“ fn wegens de
roodheid van den top noemt menze, zeer grappig, ook wel Culde Sin% dat
as Aapegatje. Zy zyn van buiten Olyfkleurig bruin, met verfcheide fmalle
zwartagtige Banden, door witte Vlakken verdeeld en afgebroken. De Mond
is wyd en als fcheef getrokken; doch verfchillen zy grootelyks van de Wvdw
i ta e t i ’ “ 1 vers,olg. zien.zullen. Van binnen is de Opénmg
bleekgeel, met een menigte van Voortjes, die den Rand als ge^
Rotshoorenr60erS f t . ’ en deswege™ d<* van fommigen, onder V .
D e r d e P l a a t ,
De Hooren, d ie in F i| .i, isafgebeeld, voert by ons gemeen Iyk den naam van
FragbeBj.boorn. Ten deele wordt zy dus genoemd, om dat zy uit de Franfche
Weflindien, en derhalve uit Vrankryk, tot ons is overgebragt: ten deele welë
l . SRd?hBe VOrmlf mGeï a te; hoewel zy doch daar in aanmerkelyk van de eigent-
lyke Belhoorens o f Blaashoorens, Tonnes, verfchilt. Zy behoort, naamelyk? toe
de,.