
Tah.K • De Doublet-Schulp van Fig. 2, heeft veel breeder plooijen , en gelykeOo- Plaat
ren ; des menze betrekken moet tot de.i'r. Jacobs Schulpen. Zy heeft, in de helft IV.
naar het Scharnier toe, een witte Kleur ,• doch is voor ’t overige, naar d en ^ J “-
rand toe ,; bruin. Zy zyn zo dun niet als de Mantel Schulpen in ’t algemeen. Sclraip-
Deeze heeft , tuffchen de breede platte Ribben, in de Vooren kleine holle Fig,i-
Schubbetjes , die overendftaan en hokjes maaken, waar in men een Speldekop
kan fteêken. Het is de platte helft van een St. Jakobs Doublet.
De fraaifte fooft van Fenus-Kous Doubletten, die men gemeenlyk met Haair Venus-
noémt, wordt op deeze Plaat, in Fig. 3 en 4 , vertoond. Uit de gedaante Kous
blykt de reden van die benaaming. Z y worden van fommigen thans tot de£!°u“ ,
Gaapers (Chamte) , die een volkomen Scharnier hebben , t’ huis gebragt, en 4 ’
dit Scharnier ftaat binnen het paarfchagtige aan de famenvoeging der helften,
’t welk als een foort van Spleet vertoont, van buiten omzet met Borftelagtig
Haair. De gedaante zou ze echter , eer, tot de Harten of HartgelykendeDoubletten
doen betrekken. Behalve dien, heeft zy nog deeze byzonderheid ,
dat ’er zekere platte en Trapswys’ nevens elkander leggende Cirkelbanden,
fchuins om heen loopen ; als ook dat ieder Schulp byna driekantig is. Sommigen
hebben maar knobbeltjes in plaats van de gedagte Borftelagtige uit-
fteekzels , en deeze worden , op ver naa, zo veel niet geagt als de regte
Venus-Kous met Haair. De Kleur is in ’t algemeen, naar dat menze van de»
eenen o f anderen kant befchóuwt, verfchillende. _ _
Gelyk de Hoorens, door ’t af haaien van de Schors, die om de Schaal zit, paarfcHe
een groote verandering in Kleur ondergaan, zo hééft dit ook in de Doublet- Moffel,
fchulpen plaats, en in ’t by zonder in de Moffelen. D ie , waarvan de helften, F'S- 5 >»
beiden, in Fig. 5 , 6 , voorkomen, zyn dus zeer fchoon donker Paarfch
o f Violetkleurig geworden , met fyne blaauwe ftreepjes overlangs. W y
behoeven , voor ’t overige, van de gedaante der Moffelen , noch van den
Vifch, dien zy befluiten, als t’ overbekend zynde in ons Land, niet breedvoerig
te fpreeken. W y merken alleen maar aan , dat de Schulpen ,
fchoon gemaakt,vanbinnen Paarlemoerkleurig zyn, en dat ’er fomtyds kleine
Paareltjes in gevonden worden, die men dan Moffelpaarkn noemt.
P l a a t V .
Onder de Mantels ( Pettines) telt men ook die foort van gepraalde Schul- Plaat V..
pen , welken, wegens de roode Kleur , of ook wegens de knobbels , die ’erl<oraat
fomtyds op zyn , den naam voeren van Koraal- Doubletten. Zy hebben aanj??“
het gedeelte, dat voor Scharnier verftrekt, twee Ooren , ’t een grooter dan
’t ander, zo als die van Fig. 2 , en zyn taamelyk dik ; ook niet zeer vlak
van Schaal. De grondkleur is in lommigen bruiner , in anderen hooger
rood}