
L 'in . V I
S fy u fJ x .rL ,s PÄ /A j j -, $ D t
*y. C . Zftè/fer tu l natr. visicrz/.tr.
o r è . ér/n r iQ -
q 7
LO-r. ’-t- 'O i '/ . ,'/ f llr o f?.[.*■
az,r eiè/eniivamvfleert*.
Z esde P laat.
Van de Lazarus - Klappen in ’t algemeen reeds in ’t Eerfte Deel gefprolcen Gefoe-
hebbende, alwaar op de Zesde en Zevende Plaat twee helften vertoond z y n ,liede
de eene gedoomd, de andere ongedoornd, zo zal ik hier alleenlyk agt gee- H - S *
ven op de aanmerkelyke verfchillendheid van deeze met de voorgaande. Z y Tab.’
heeft Bladeragtige Uitwaden, naar de Foely van Nooten Moskaaten gelyken- vi**.
d e , en daarom geef ik 'er den bynaam van Gefoeliede aan. Het is echter geens- [*
zins een Foely-Doublet, gelyk in ’t vervolg zal blyken. Zy is byna Oranje«
kleurig rood, en haar Top-end toont aan, dat zy die kromme Bekagtige Punt
heeft, welke eigen is aan de eene helft der Lazarus-Klappen. Van deezen
Top af is zy fterk geribd, en van binnen wit; doch de Oranje-kleur blinkt
eenigermaate door, wanneer men ze tegen den dag houdt, en aan den rand
heeft zy een breeden fchoon gekleurden Zoom.
Deeze Tootjes voeren in ’t Nederduitfch den naam van Boeren Mufick o f Boeren
Mufiekjes, om dat de zwarte Tekening, op een witten Grond, eenigermaate Mufielc
naar Zangnooten gelykt. Om die zelfde reden worden zy ook wel ’t Geplekte ï 00t'
Katje getyteld, doch de andere naam is gemeener. Somtyds zyn die Plekken | y f s"
echter ver van te gelyken naar Zangnooten, en zo onregelmaatig, dat menze
in ’t Franfch l'Hebraique o f Hebraiques noemt, volgens d’A aÖ EN v iL LE , zwee-
mende dus eenigermaate naar de Hebreeufche-Letter Tooten. R vm fh iu s
bepaalt de grootte, en zegt, dat zy ongevaareen Duim lang zyn, vallende
op Steenagtige Stranden, en derhalve niet glanzig, grof en dik van Schaal.
De zynen waren bleekrood van Grondkleur, hoedanigen wy ’er ook hebben,
met de Vlakken bruin. ■
De Heer d’A R G E N v iU E Relt de Toot voor, die hy noemt, een klein GeiKpte
Geftippeli Tootje, met bruin op een witten Grond, hebbende twee bleekgeele Banden. T?ot-
Deeze befchryving komt volkomen overeen met de Hooren van Fig. 3 , welke F‘s' 3‘
ik derhalve ilegts een Geflipte Toot noem; want de Banden zyn zeer flaauw.
De Geftalte gelykt veel naar die der Speldewerks - Tooten.
Zeer eigen geeven wy den naam van Baflerd■ Guineefebe aan de T o o t, die Bafterd-
hier, in Fig. 4 , voorgefteld wordt: want zy gelykt in Tekening zeerveelnaar Guinee-
O de rS“e’ , Fig. 4.