DE GEASMUSCH.
SYLVIA t-ÜNEREA.
Wij .kenneft'-oridcr: denhaam „^r'^siQusch’^eetf^ vogeltje, dat lof het geslacht
hooi t, doch, wegens zijn ng< naardigen vorm weder dóór som-
'ïuueii t o h 1 j lijkiV or d f gebLagt Li komen in Europa en i n ’t
Pyiönkn van Afrika ondermi lnudme .rog^^jdfirV'dre m vorm eh kleur met onze
jji dbniuscb^Weiuikpm£i®nj (l;iarom''c^^t0 fid^f®Öe’! groept {Gurnéa^lbehooren.
|J|LJijn TletfSl/ó ia e’tf Turkije^ schijnt te verwangén
de uil ‘It a I S p a n jetln^opttigal; dejjk+cómpidllata,
uitydezi'lldB ,sliekonJ, -^n erm m \ la^gn der Kaapverdische
eilanden, nenerj^ven-^Iddeiiia'i^aj^nialgeme^iiËi^^^^^dört-iijn ;de kleuren over
litUuüln t i n ksilè,\óndig(-i, de vleuftei«-;iond<jr<jft'ale gohèele vogel kleiner, doch
jbseiigeri'3 komt bij.Jv.ff */am>, lt \ep\vwj/p piu-vei'-i hihin-,-$e®le betreft, onze Gras-
nni'-oliyéd nalii[ ^ ooj t sialt^S \///<JÏtiumhsi dn *lrt>fe» Zuiden ,-van Frankrijk, Zwitser-
dand enseheel ^lid-Emopa bewoojit^f'u^ook in .‘Engeland herhaaldelijk is waarge-
cgèmen ï dwJeyvs0’oiif>k()nil v in ■ U^pVn^Mef ^du óuzè^-hage nóeg ^ovë^èen, heeft dezelfde
Toyêbswii/t', rnuari-i^B tsrkl(ün(T/:Êrhdèliik;^^-^^fflZiwai. mede aan de onze verwant,
tnaar^kleinei, 'doof fraaijer zang ,/in*dojc>r Rare wijzé^jfian* nestelen van de onze
Bgr'-r Mllejide.^ Tot dn. groep-Lwv:i/>a;Ljjb%joórt,;<i()k de Braamsluiper (S, eurrnca).
I Dlf/g^wonV soort, §§j1 cinerea^ Sbefooonl bijna tgpliè.êl Europa, met uitzondering
.van .dè duidelijke -gelegen „lauden; ,én>in£i)d^E^Mg ^treken, waör zij vertoeft,
is /ij ïzen* dlgeirn en 11e' nllicielr njaHi£,Gi<isinu£(h'* is hieraan'toe te schrijven,
dat men baa^^é^^dan.-^tfaérèbD^i^a-soert^i, in het lage hout en hooge gras,
;,en>„ vooral jfangS' begroeide slootkanten, aantreft, en dat hare kleuren wel eenigzins
-naar'die .van''on'ze|Huismuself j gelijken. ',
De' Grasmtrsch bezoekt ons van Kalf April tot de\eerste 'dagen van September,