zij wijzen hun liet voedsel aan, jaiet zo o v e r óm hun dit te< leeren eten f ais. wel
om hen op de 'aanwezigheid daarvan opmerkzaam Wèj, maken V-Dfe jonge Kievittem
voéden zióh. jnet allerlei ^eelre. insecten, 'kleine wormpjes en,’-‘ naarmate', ’zij, on del*
worden, óók.met hardere zelfstandigheden, als kevers,'en-slakken. De oudéni aten,
sléchts insecten,', slakjes met huisje ën, al,."enz.£Zij pikken hun'ï-vjóedsel, eanv oudig
van den grond, maar boren' géén:gaten of wpelen, met;met den bek in’ heb* slijk;
zoo als de>Sriïpp.em
In het najaar-trekken^de jongèn^r-.gelijk-meti^^'ouden en ui _ h I ii/np n\
naar de warmere Zuidelijke landen van -Europa, ja zelfspot Egypte, -alwajuü'zij;i-in
’t gezelschap.^vap andere-Vogelt,rzper,-talrijk aangrapeveii. der ri\ien;nHge\;oè^Mi
worden, .
Gedurende den tijd, dat zij ccffifedand bezoeken,*strekken /ij velen tot miberi
voordeel./Bp-orifëlbaréi .Wjórmen en slakken', dn /ij _• ilur• n<l >J> a /urm i np „In i
land'verslinden,'zouden anders ongetwijfeld zéér. veel schade rrnnriQten;JB B hMMI
Rievitten ér du£ op-een wéilamL^vertoeven, do-’, te heler /dl- ei hd gra;- gronjéii,
zQÖdat. veehouder 'en,'melkboer zeer'-véél- aan cjezon vogel;Tlü£ danken hebben. Ook
hunne zoó vermaarde fijne eijferen zóuden w’ij-é indien er%p|pe Kievitten inÜtedëpT-
land broeiden, "moeten missen, en-vèlem-zouden znh dan van In l vobiihel ita'onhj
zien, dat ” het'Vinden dier ejjérëir' oplevert; want de Bjèvitspijerèn worden duur-
betaald en Vinden '-véél aftrek. _
Het ï» erhtei bij art 2:2 der Jagtwol vei boden, naaien .V " .Mi nvli'/r^eijei mi
te verkoopen-, uit 4e stallen ofle. vervoeren. Dit verbod treft «Shlf .want,''vve'rden
de eijeren gcduicnde deu geheelen zomer \vegaer10men7fde KYi ■ \ 1 f 11 p t ' , 7 v r H i
ten laatste geheel verlaten. De wet hóeft dus te logl de/en
ming genomen. Minder-dóeltreffend echter,1 hoewel blijkbaar door dezelfde brd'oeling
ingegeyfen, is art. 21a dier wet, waarbij het^ngensgf si bieten van dt*j|É|||HH
wordt verboden;, immers is; dé Kievit geën- standvogelp gèen Nederlander,' maar' een
trekvogel, en hij trekt dan ook rustig van hier, dewijl de jager, met bedoeld wetsartikel
voor • oogen; * 'geen- schot- op hem durft jtef-los_s&H',f geéh'é'.poging‘Jé wagen,
om hem té vangen'. Naaüwelijks’ echter heeft .dépvogehouze grenzen' óVërs'chredën;’ '
of onze naburen, de Belgen en.Pranschen, die Vliet door , zulk eéfiie'jwe'tsbepaling
weêrhoüden worden,"schietén en vangen heiü-goo veel zij maar kunrièxi. Art, 21a,
werkt dus inderdaad alleen uit, dat dé Kievit^ hier JtëVlandé'behrforlijk gdmést-
wordt, opdat'méneer‘ zich m België en Frankrijk‘op'zou kunnen vergasten^