den staart zijn bij baar grijsachtig, bij het mannetje^Haarentegen zwart. Bij ’t verl
laten van het nest vertponcn de pui,. u i <1 ■ uu/m d U nnu <1 i j 'u 1 ji n
is reeds het geslachtskenmerk bij hen te onderM heiden, de'jynge m.umejJ|||zijn
namelijk reeds grijzer aan de,n kop da"rr4de w i j f jevflp*ii'*kaanaméliVi i-fc. i.'dntéii-P
hebben de jonge voorwerpen lichten gekleurde rug;ecrcti en&\é)ra^oMcrc om -
iangsche itrpep' .Qprdèri-rug.. '
De Baacdmannetjes^zijn trekvogefsjhaie in het-ZuiJ m mcountfnn in, naa?
’it’Scbqnt^ alleen. oïtt t tp5« | apife hei waarts komen. Zij bezoeken <
streeks hfftSjèinde- van—April .pn’>Ket*begm van Mm, soms \mm'ge%,inh\11 tlekkt ii
weder in Augpetusr" df „September. - Zij.-broeiien E^w>-écnai.i.iL namelijk legt ri
half JunijKSewpönlijk maken zij ljun nest aïm-jonge uothfeugeK\ast, hetgeen iföf
gevolge heeft, dat het langzamerhand rijden,, wanneer-he jojugen^j-olWE^sen zijn,
gewoonlijk een voet; hooger staat, dan töëti déplieren er ïü'üêleadri^ ^ jelf jMcmheolt^
ook ■ wel>eèns.^een nestv tussehen liet.' hooge gras langs di ti w il< LkdmL'&an^lriiJÏen»,;
doch dit. hehoort tot de uitzonderingen; Ik zeil héberwheiduTui ip f- tiv o n d en ,';
de meesten in jfet riet; eenige'waren napvormi^en-"aan'iKryiselhïgs;.o\er dkgèiT
gegroeide.rietstengels bevestigd;<eeu ander was^-gedeeltelijk beshitey' in'^gedeeltelijk
hangende' aan de takken van.’ een: in het'water gévallen booim het volgende
jaar vond ik op. dëzellde plaats weder'eep -nesj~ ïAls ’Bouwstoffen 'berigën'izij'nit/;'
gepluisde drooge rietbladeren eu ,droog gras, welk eeifc en ander zij met dunnere
plantdraden zamenwevéa Voor het binnenwerk gebruiken zij f e'Woonlijk.paa^^^aar.
Het wijfje legt meestal-vieüeijeren, welke knu oyjuiedigheid nou al wipgiböt
zijn enr in kleur somtijds onderling verschillen; gewoonlijk /,i|u /i\ wit n u t i thiao
lichtpaarsachtig grijze haaltjes en schrapjes-aan het benedeneinde "De ’tvjereii'tler
Aardmannetjes hebben meer "overéénkomst met die een^'&örs (b.Hthnna),
dan met die der eigenlijke Mefezen (Parus). Men, hééft ook witt,e eiiytljtlil;.Loodkleurige
gevonden, maar znlken heb ik nooit gezien.
Sommigen beweren dat beide ouden Droeijen; ik--heb dit echter-,nog nooit
waargenomen, en ikkhoud het voor hoogsk-onwaarschijnlijk, en wel d&arom, om-
dat bj. die vogelsoorten, waarvan hét wijfje de kleuren heeft, welke met, den
grond,, met het- pèst:,;zelf;' • of mef ide- plaais waafop .het ligt, overeenkomen, en
waarvan het mannetje fraaijer is gékleurd, het bijna eea vaste, regel is, dat
alleen het wijfje broeit.
Ieder natuuronderzoeker zal hamers ppgemerkt hehfeen, dat van fraai gekteurde
togels,- die' geen uiterlijk verschil van sekse vertoonen, 1d de meeste ge-
^len!*dér nestènr verborgen liggen,! zoU'ajfiin boom- of aardholen, en dat daarentegen
inj die^vogïdsooae-hi w a ^ a u 'apéndhêt' wijfje eentoonig gekleurd is, de
^udjen iniden. fjjgi'jyippén liggenV». zooi-ais;iop ,den grond, op steenen muren of
opj,dikke ^höomtakkep,’ (tusschemheti lage hout o§ dunne takjes; in ieder
p ^ a l:‘lhWlm.Mm‘jdp oacl, .’^pWnóbnLondénvihding of uit instinct, zóó, dat zijne
nalMH ^ ^ ^w ^ÉM^ p lBH mvail&'n zijner vijanden beveiligd wordt; daarom heeft
d< \\i|/r% <vederk3èj|d- toebedeeld, dat niet zoo
^^fg^%jpeiheT kt wordt. Als1' h.^^^^®«apegaaijen'- (welke allen in boom-
feóren diev dei llffi^dluRmaakten-, wam hun leed niet te
S^r/sipu/'-waïit door hunne afstekeM® kleuren, zeer spoedig door roofgeilii
i tt sipi) nu i kt iwoi di ji / om /oudjrn ook ihdien do- wijfjes der hoenderaehtige vogels
wclkh’f'op^’ihm^'dhd^di^wl5ri(^'5ii^vedecklöi!d ,afe?dalNder mannetjes hadden,
rahk'j’ zij ■^^&lili^]^^^mU,™4<r%v,eifrg^^M§^pgdls,> waéryan'de seksêp gelijk-
^vklèurig izijn,-im-ij«1 •desÜiéM^gnst^ahddïjpgln'nesten bouwen, zijn meestal eentoh-
nig,’- geMéufdJ|®|s^rengen. ,iï( 'liet' i^genove^gestejdm|ig'evaI hünné nesten, op zoodanige
plaatsen aan, was^^^ffzelden* in handen hunner vijanden. kunnen vallen,
en :da'^pdifié^tóhooreri . dehmeésie^dlbofoögels Het 'zpu dus zeer. te verwonderen
zijn, indTeü’ bij de hftuMibédoelile YOghltj^v(®arü§ >6iarmiéa5) ook het mannetje
fepeideï;- Men, 'kan,.hem- 'naisschieé ojyvfaetKnest hebben! aangetroffeh, namelijk
M B H i w i a n d " t o f o p de5^’eren..zitteadeo
Dn jongen ?-Woeden ‘met insekte'tftdv^^lt^et rüpsedjvan Leucania pkragmi-
tides geafopidhaijn s-goédig volyvassiesh-ieni-vliegen- tot den trektijd met hunne ouders
raede’.Jjlkfe 'piuden, alsmede de jdögen tegeftibfet’najaar^ie^en.qok zaden van som-
"ringe wateiplanlrn Ik -jiéb 'opfewel|-éèn^èkleine slakjes of liever slakkenhuisjes in
hunne roaagjgevonden. «
. Men vangt, deze vogeltjes^volgenderwijzé^rflHvee. of drie voorwerpen worden,
elk afzonderlijk; in een klein kooitje gefcet en op een weiland, langs den waterkant,
tegenover hét riet geplaatst; De. vogelaars buiten Kralingeü weten reeds of
,’fzièn. aan- de..'he\ve'giügên.in.,het riet, dat er zich Baardmannetjes bevinden. Nu plaat-
'sen zij: ëê^;,net, 1V0iK e jy el hdpg<;ep’4 a 5 Ned. el lang, in eene schuine rig-
ting fe^genhyer 'het -¥léS%fdk-- eèn, net wordt op èen vierkant houten of ijzeren raam
inspannen.' Op dén grond, Ftusfêhèm dit raam en het riet, worden de kooitjes,