Het wijfje draagt' het geheélë'jaar. d o o t® m '^ Irk le e d -, dat .«enigermate
naar het winterkleed Tan hetmannêt je s r e l i i k t : " z i i w
aan den kop is bij jiaar -flets groen. Be jonge« g g ersS ^faet- tijdstip dat zii het
pest verlaten, toj, aan deja eersten r^^bijpa a l s w i j f j a u i t , ,maaryzi jablanke^|k
de onderdeelen |n ^ den r u g ^ ^ V e a a r hel b rü iffip ^ ^
rui" zijn de. seksen reeds te onderscheidenf^oisehoon d& mannetje^ dan hunne
winterveêren' krijgen. Eerst' in^Üef d a a ro p v o lg e fad t^ ^ ^ ^ r komen 'de fraaije
kleuren langzamerhand te|voorschim, teywijl (ld overgang van-het pracht- to t het
winterkleed ^opr ruijing-gëschiedt.
Deze'vogeltjes maken hunne .nésten, op ol tus&chcn takkenideVzijn napvormig,^
s^qm|}ron'd;<Jn. het laatste geval'is ^de' ingang naauw éiiq ^ jd e .'ih 't wijfje;!
legt. vier-a zes grijsacHtög wittedonker ^gevlekte eijreteniï^]ie ijongen wordenii|p|p
zaden en inseotén^|evoerd, terwijl de oudèn"^£^onfej|^ li’ooldzakehjk kleine
rupsen en^pinnem, en^s winters zaden, en¥4^zjl^elcn. .
> I n . de gevangenschap, waarin zij
geeft' men hun wijTzaad^'fféw*pn bij af\u^cdmgv è(mig^geknüuid‘henncpzaid.
’S Wmters moet ïhen hen binnensh-ü^ hóuden?^® ’t algpmeen? dient- Mnne'koQi
ruim 4e zijn, zoodat zij er ip kunnen rondvlregemrZij^baden z?<|bfopk-.rgaarne, eri
z'^ * ^ öyen^g^ van,aard^ècwijl d^maimdtM iw M p |^Pj§^^^rtfnpy<»»Ti
zachten, aangënamen zang laten^hopren. \mn d w mn . i / ij l.ui'j.!. knmii /ijn,
hebben. dëzënrógels^veeL aai^gTm^yefr'te^oj^n^WaS^oëa- zij cellier dikwijls
een gioot aantal veêren \erüezen, meental zelfs aan de^e\olgi>n,^^\Ci^[stpi,\cn5
Onder de\voor.wérpen,'-Ce<. wij in gèvangen^lwp a a n f a s e f e ^ l i c ^ ^ ^ S ^ ^ I
en vooral Wj’de mannetjes, .zeetzonderfirigè^maarmietteminMr^e Ucu^pelingen
ypór- waarbij, meestpl .d e vëdërèff' yénchitj zomer^en^gterkleed^gelijktijdig aanwezig
zijn, zpodat men s^ ^ ó o rw e rp e n - in hun jprkchtklèod-inêt*£n g ro i|§ |^
staart.of met geheeL groene-vleugels k a n - a a n tr^ ïe n ;^W a j||^ y d s o o g le d e n '
geel, m plaats van röpdi. "Zylke kleurspelingen, eigenlijk. hièfé dan- ^rivok
maakte verUeuring^zijn,' zijn meestal standvastig^éSor&i ook'koHitihet- zomerklëèd
slechts'gebrekkig of in het*. gè^eél Cniet^ë voorschijn.