holte, welke meestal zeer diep, nil w,aaevarï;dé\opening ^ in g a n g g p at,.jnaaaw
Het rnaniiètje lost het wijfje: dikwijls in ’t broHjerf al‘, (^breni’t'haai' \aovl i l l
aan - terwijl -zijl broeit. ’ .
* De jongen .worden'doofheide ouden meUiti-t/ten,afg^vrb*Birinen phjjjwrfci n
.zijn zij volw^seh^öoE vliegen /dan' nop* eemgo ‘Magen in ’t gezelschap der
Wden ,i‘ond
' Behalve, in ?|en paartijd \indl men de Kmimi s /<ldm, allïer^pis*öonhjk
vlieit^zij in' geiljlbhap van anrleVrJIf^AOi,!' Iiekt oi zwill mr t> doz7on^ p ^ er§
in streken waar masthout groeit. In de dennenbosschen zal men de
\1 / M i’M h l m rii \ulli i 'v> « I m i ui ■! iljiit* J y mil II n li
plaatsen, -waai dc jkiytriii e^ wuont J ontmeet,’ men 'zeker c f^d ef DennenmEes^
ater\' en waar i'eide"la^tstgenqenjtd| 'soeyten -aMw^-K zijd, daar krioelt
liet ook"van 'Gewonen ^Wartkop- en Pimpelmezen;.1
lp het najaar,,op den trek, of z'wn\ende, kom'en^er^th'ym^VVi;i^!1Lfl/ f 11 JiJ
.opze kustprovinciën voor&<0 f o$k m he^jooKjaar/Vèlden u-hltr wopden^'i-hip
ons gevangen,"p^ e l ^ mrnp.ri'-ze, in^njgeland dikwijl^gekpoid aantndl Dp,f,|‘n,dpipt(j^n'r
plaats nabij -Arnhem) .v^fcden^gjiigo
.toéxi' als péne gioote zèld/aamhrid weid^uoemi^Jvl\^^fc<qien zou mm/ikei
jaarlijks, v^lelnesten 'kunnen" vinden, indion ; jhen:.j|y * kleint^'^ ^ ljjSfc^aii,
Braband doorzocht • nithap| bekijk' iif ^8dïijjn'sfroken>iA \ i-1 lal
jongen, en nabij JB^fgpn-ep-Zoom tweemaa}SpjidefflMangeü;offen.
Menjfan zeSgpier-5goed in denhof houdéni-hijepêlijke ï^lfa^dhig-als .voor de
Pimpelmees ijpfoërffeschreven. "