aan de schquderveêrcn langere zwarte vlekken. Iedere vleugcldekvoder en -lagppn
heeft eetne breedp, groenzwarte, ronde vjk'; 'do-langere *tuiJ\ei|rQjj /ga wil en,
«.-even ate-jlië van-den nek, glanzig, en alleen de
De^è'|bfefen..aan®^-dijen,^ooji'.j.zoov^r die buiten het ligchaam aai\ d$,po>)ten’/igt-
baar zijn, inedo wil met- groote zfcarie' s t ipp en; o& d e s taartpennen, korte en
lange staartdekvedren wit-m’ët-zwarte. naai -
mdte-Ie-vedn lanu^ o wordt
jöfPc ftelit-c Zil\erb&mte Haan heeft ‘cSft wasaehlipcn, kamu^ M Pm. dnldn 1. u |
kam, dié, aan dE~¥eeï/ij\le^^(lfi»naa7’■ ar htt ien spitsvtoeloopt1, d'f/e kam i-, Vtdk
I». h.i.inl'ii eii. naakte'wantgen zqn
heLdeni, pöody de „pprapeüing- wit, de iris,- dónken oranje.,. ejb- ieéld#cp; grijis;
De '-Hennen«Jiebben iedere ^edeie wlk'mel.'êgs^'Zwarte vlek; aap den, pels
den. deze vlekken langen en ga^-m$ers> jkü ateepep,, ó&§rN Zij BtgeteR kleine maa#
-roode FduMioIe^kammen, 'klejne haaiden en wapggp vaP dezelfde: -kleur hebben,
terwijl, da oocstreeky. e^'n. als ;dié,v.anr'den;f|aap, witvmpt.*t ajp, dui.k iiiwe-ftili|fl||
.grijs of- soodtlisr^
_ Der pasgeboren kuikens? -zdjh wit met meer of, uim,,/^ hfe gi uze -w.olkjct, .evef
het ligchaajm; hunne? eerster-vegFjen zijn g rij^ n ^ i^ g ^ s jtp e ^ t^ ieK lijthteu aan den
pek; eer-si na de ruijing komen -^-zwarte, vlelyV^jje. voorschijI& C.
DezerZilverbonte Hoenders zijn'puike ©ijei l e g - J e ie n de* meeste; eiji^UV71!11
bevrucht, Hetgeen tem-eerstk aan de vEuebttbaaB^id' van hoK.ras-'viv torxte r 4 ui i,|,v( ip
ten*andere- daaraan, dat,men ze zelden Mojpier Haan aautiefl, omdaL ck’ meer zeld-
zame Bpendens eersb’ daiC.waadde hebben, wanneer jio Haan, met, m jr^ 'iis, twe'ej
Kippen vereenigd is. Doch-,-ofseh00m.de eijepem meestal bevrucht zijn* hï bah toch
bbteE, ze door andere broeischg/ Kippen te laten, uitbroeijen,. daar, dïi- -Zilvei bonte
Hennen beter leggen dan broeijen,-jwaargelüjnlijk- tenëgeKÓjg^d'e^o^ergieete. natuurdrift
van d en H aan - :
f De, kuikens zijn buitengewoon, levendig en vlug-,.1 eorgroeijen sneb;-; zoodea- zij
^n jgntWén na^pgèboorte^ zpogegaamd Mflestrijp’7 ofidr©og‘-zijn) pikken zijfre'eds
voedsel opsen zijn bijzonder, mak. Na eenige.-weken, kan man.reeds, aan de gneptere
vp®p^Epep2desH^ Het i& opmerkelijk, dakeridilewijls onder zulkegront©
voorwerpen gevonden worden, die na de jmijing, zelfs bijrefifc-grofiten Wm en vriji
lange,- baarden, de kleuren, den Hen? vertegenwoordigen emgedurende, hun, geheet
ftwm ;b éb o i$ ë» ,-zo ^ a t e#< wm difc ra& Ifenen -méte tóppemkleuren voopkoièen.;
Ëen, verwant ras, dat dikwijls met de Zilverbomen vermengd wordt, en dat
wij toC^J^npidelijking Zilverlaken-Hoenders. zullen noemen, heeft tot kenmerk,
■dat ‘bij den Haan m®wh\ als,, bij- de ten de zwarte vlekken kleiner en smaller,
meer»,a^eKdwar-sMei streepjes zijn, m dat bij efesn Haan het zwart aan nek en stuit
■omaleMi||^n,ziok.ic»pi een Mei®er aantal vaêrefl vertoont.
Men kap beidé'ra^sfenï 'hét^bésf va'-n’elkander onderscheiden door de evenredig-
hedenjder;-grootte, van d'e>>fw$|e 'rasse®;- bij! de Zilverbomen zijn namelijk de Hennen
in .ie- Zilverlakens .daarentegen klein; met
andere1 woorden: ,d ^H |^® i!’ van-MtlVg^ÉÉ^ m ' ' , ^ - ;-;giSsÉ0!8er dan die van het
.tweede? maar" de' Hanen ® ê het-eerste kleiner dan die van het tweede (de Zil-
apü''mj^frp'éwji-lv7;‘ jabt st^oojd'-’vi'id'i ook vopiaKdoor hoogere pooten onderscheidt.
-de Zalverl'akén/s brengen Hanen weert,-'die dte kleuren der Hennen vertonnen
«, en bedde raseeiPïBebfe^jwaKm|naè levenswijze betreft, veel overeenkomst,
'b®e^:ël ;het tw,eet^ze®fgekenmerk'te, standvastige .éa^SeiS zijm
^• ■Ben/dfesde boendteür-ass- welks' n’aambWeer,’ algemeen bekend is, zijn de Zilvergéhauden,
terwijt zf steehts
udtf,'kruisibgen; vant ’mtte'.BopndfeP^; met Zilverbonteirjen Zilverlakens of met echte
'lèltenÉtMstaan». zijn. Zoo1 merken wij londep d‘ez^t,®iaehd3ers dikwijls voorwerpen
pH'eimeriib’opi, diieanfeer zwaïU ,'uïuvhi't hgehaatn hebbenen guootepzdjn dan andere^
dfei ©nider". dênzeltóen- naauüKhsk^d 'Staan., Deze-zgn uit kruisingen, van Zftverbon-
ten.of Ziker^akëns pi'ete'Zik^'pelen^vöjSBtgesproten.
lite pellen zijn1 aan de vp%en(te; kenmerken te. onderseheiden: de Haan
klein, m&frz^wanen l'feaïfk,r teprtelijlfi gKOot1 opg, naar achter gebogen nek en hoog
©pstaandfenp‘staart'; hoofdfeleuren -.glaneig wit, meer.’ of mini met gelen weerschijn
aam nek-? e n steitVedéren-; ,f,geen zwart aan de vederen,^ dan alleen de lange, zeis-1
•vönmige staartdek-veêren, (Zoogenaamde staart)^ ':dbé< geheel- zwart met metaalglans
zijn. Dwe Haan is; levendig, kraait’, gestadig:, heeft een trotschen; gangg. kijkt ernstig
en'i-*''zèbr d a p p e r .H e n heeft’ eeb^Ml p ‘|^ i.; doch. duhbelën, kam;' fen zeer
kleine baarden; wangen en kam.gMpn als die‘wan den Haan, karmijnrood, en ;de
oferstreek wit;','ïnék Vwit; het ov^^e. ’bgpbaaöf^mèt- kleine, smalle, zwarte, over-
ft|^lsche..strëpëb aan-èe vederen; ppoten, - evèn als;, die van den Haan, grijs.
Deze .meer*,al^ptnbenel,f maar steedssgezochte Zilverpellen hebben, om de kleine,
doeft zeer,fijne eijnicn^db^famVkoui boven^vele andere rassen. Broeisters zijn het
ëètoteri minder, zoodat .men gèwoonlij'k het uitbroeijen aan andere Hennen overïaat.