HET 8T. HELMA-FAZANTJE.
E S T R-E M>_, A . m m RIL D.
''.Van de vele uïthëenföche vogels,,-w^lke hier te lande zijn ingevoerd, behoort
utóetf£eHer .dit’Togfeltje tot ^de’ algeiftèenste en-mfeèst 'bekende. Het heeft zijn zonderlingen
naam_ten -nètele -aaü fzijpA vaderland-, ten4 deele'n&an* zijn ranken vorm en
1 langen -staart 'ie danken. Ev^yêli^ordt %et^n®^;^ndete'%èhêenid'j'^ls: Fazantje,
Senegalij en^o&k?>4sti*Md.»0ok is zijn vadtenland"niét« enkel tot ,St. Helena beperkt,
naaar-.ona vat bet bijna- -de fgflfcè’lla- AVêstfkiist-.van" Afrika en de nabijgelegen eilanden.
In Loanget' ‘ën ^Èengnête is het i zeef Gabon nfinder talrijk, op het
eildiid^^vTböüiai”' weder'Menigvuldig,' en in^S^g|ili%eder' zeldzaam; het wordt
aldaar 'vervangen dOQ^-i renrn&niï vefwaöté^ddtt’'? die iettfddeiner en. grijzer is
i(jÈstrelda mjcrea), dpfbanliago, heüvó'ornaaja^tpjder Kaap-Vê'fdiséhe eilanden, komt
het > sledbjs in bépaélde- slaken en^zdtden voor.,
• Het ®^§Helena^azahtjd is-een-Vinknofetige’zdngvegM, ;dre in den vrijen staat
gezellig leeftr jt&dïkvverf in'%rbi0te troepen," alsmede in gezelschap van andere
^'egeltjes-, “wordt >aEedgëtröffènj’'Het houdt zich bij voorkeur in moerassige streken
of aan -de Met boog in#t'|begpööid;e oevers''van rivieren en meren op, alsook in
die vlakten, welke van-'.hw©ö?’gras“‘ vbèr zien-zijn; oók in de maïs-en suikerplantages
;kttót het-vrij talrij^Móf|' i?
". 'Deze vogeltjes klauteren behendig tégen "de rietstengelsvop, schommelen gaarne
aan d e '-^É ite ’puntón van dnn-neJ;|kjeè,'-'ém'Ötte zich bovenop een grashalm neêftg
zonder dat deze -bflekt ó^ehèALnedértalt'; zij zijn schuw, voorzigtïg, zeer onrustig en
levendig van aard," vallen vlakte neder, dook vertoeven er slechts
eenige bögenhlikkèn,'en zijn tójna' den’' gehêriebr dag'in beweging. Onder het vlrev-.
'weggen-roepen-zij elkander,-Uit' vlrMes-dat^r-’één van den troep,zou afdwalen.
- Zij hebben-geen bepaalden broeitijd; er worden dan ook gedurende het ge