dat .zij zich liever met de.-eërftei ,mtm^p|èleö der jongeja als^’pt^llid beliclpE,^ dan
dat zij hen zou dufven verlaten. Zoodfu eêhter 'de;jongen’*ernigë. dagen <md'*zijn
geworden, hebben zij de moederlijke vyaifnte m in d e # p ^ ^ ^B d a n verlaat <a/)k,.het
wijfje meermalen het -^iêst,. .verwijdert ^de^uif^ejpselen „en gaat n u ^ ^ ^ m m i j ^
tot ‘ yoè'den. „ovei, waarbij /ij en het mannetje schijnen ,N3, 4wedij\éifeh^,vum\an
h|fepbét5?Öbi meest 'geliefkoosde v o ' b c h f c H v o o r ' ' a a ' n b r e n g e n . *
“D| johgeh|%ebben de kleur^hunner moeder, en-krijgén hun \blmaakt \oder-
%lfed ‘meóltaLjn het vofeendcé^awm a ^ ^
lii \ _• llund* I m li lfi|L n Wir\il • niJ«» I n \m h i imiin i| m l
vermiljoen^* oi eeniga1 andcrF^MMe^kleuh?tof. n nndo het Jti veler *o’ug, «
fraajjer voorkomen te gessen; deze. kl&ui^or^wijnt echtOEi''glwQo,nlijkf‘süoe^ïg.^
De gemiddelde prijsvan den Goudvink (het mana#jf)'.i§. iW|W en een hab&e
gulden'; van tut nest met Üej jungon, of dezen zonder,het besf, nngóSgr oen halve
gulden per stuk '{de-jonge wijfjes ^natuurlijk medtgfs^end), Wajpear-'zjjjriiJfht.tè^
jong zijn, dat wil neggen i niet beneden “de vij|j.da%env worden zij* met gebrokkeld
hennepzaad cek geweekt bron# (zoogenaamd mef de peit^J’grbWgehra-gtr;, Als
zij daarentegen meer dan veertien dagen oud zijn'of bijna .kunheb vliegen', is het
zeer moegelijk hen lavend te houden, "Omdat zij" dan ré^J-i epnjgii konm Ll i i . hi
van het voedsel, dat de. ouden hun toedienen..
. Bei besie voedsel vóór de ouden in gevangen staa{pj| wit-z^ad- Zij, eten eek*
ter ook gaarne^ allerhande pitten» jonge,fei.adkwppen en’’vooral-.hennepzaad,
^ D'e 'Goudvink behoort,'overal "tot de zeldzame vogfils^Die, welke mort
hier te laad,® in „gevangen staat aantreft;, zijn meestal uit 'Duitgchland • on »lieïihe
afkomstig. De. _ gcoatan worden meestal Duitsche Goudvinken genoemd, en hun
vburab leert men'-as^sehihonde aaia’s te fluiten Deze. kiingfeatigg,im %’verschaft
ons dtkwijte veel ge®t;-dö eanvang döif etem wordt daardoor uitgëlreider, en het
geluid, zelfs helderder. De vogels»,, die aan dit y(Snjscht,e.-yoMöen». zijn dan ook
natuurlijk wei meer waard dan de. andores, de zoogenaamde ,»wihizangers” .
Deze ftaaije v ^ ö ^ n g t in de koohvanTVIaart tot Septemher, en soms dieft
geheelen wanten door» vooral wanneer e» ahdere zangvogels,. zoo als Kanaries, in
de nabijheid zijn; hij voorkeur echter wil hij » e t mefe deM o$ niet; andere uqgefei
in dezelfde kook-of volière leven.
De Goudvink: hezK aonderlinges eigeaschappen, di& mem hij andere kamervo-
gela niet of zetóeo. opmerkt, en hetp§|voor den vpgelhéfhebbesr van, groot belang
dezeihMclani^heden te kennen-, omdat het veelal daarvan afhangt, of de vogel al dan
nie ód-’b. v.t,1 wanneer men hem van kpof'yerandert of deze verplaatst, houdt
dt ^ » l i k w i |K p m n i zingen entgêeft dan1 zelfs hoegenaamd geen geluid meer,
tfStddtfflii, in «vzijnc^rorgue woning of op dezelfde plaats is teruggebragt. Anderen
gvillcn pjefht^;dan ,/mgeny wanneer zij voor den spiegel staan. — Er bestaan voorbeelden,
Ui^^nffi^psdezeïv/'ypgel^geene-\rouwen, anderen daarentegen geene
rtialjnen kumv n®liud|;n, w an net rs^ft zenf-hun onbekend zijn. Eene andere eigenschap
van den GoudunksgGg' ddf-\M |/iin meester1, of. meesteres1* zeer goed yan de an-
■(We fiui^rnoóten vje'et te ondeu^hoiden" Hij geeft'dan ook door bewegingen en
^ ^ i'ËC y in g en -^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^BM lM B p ^ kenn'ëh-.-’uls -zijn meester hem toe-
fM'pyliftv"! i- < nHa u- '-H-. |i.i.ni;nlvj.‘ii kan hij'zich zeer boos maken
-eh^ M ^ M ten- . n a a r M e n dient zich hiervoor.zeer in
mèhlk^!;: neili-en,. daar ^^raanp'jlen van v^oadSVz^jho'og kunnen stijgen,"dat het
diertje; er ^Jöts^ing*'!dac|^terft