Fazan tjes)£ Vidua (Weêuwfjes) e a _ j^ jandefë“^ebQoren>i
dezen, dan weder'onder genen^etenichappelijki,ri jïamnqbesdirev’en'wbid( m
Er bestaan mr>M.hien weinig vogelfamilu n v Ik n . |_ '.mii'rjjiu kl'in
afwijkingen Aanbieden, als; de vjj^enfantlie;iendaSr nu aï deze afwijking n .1 ..Vi
vroegere en tegenwoordige- órnithölagënjfot nieuwe eigenaardige, gcdac ht< n hei-
lêid werdeu, is het__toor hem, di%,i|tsrvan 'deze y<^js\\cu-,rhl lepelen--zeei
moeijelijk, hen onder' de wetenschappelijke namenïtl? herkennen, omdatfzijï(athans
de"'meesta-soorïen) zeer, verécKiïlendgenoemd' 'worden /óó /rik-,,- d it f','uo <n
dezelfde soort somtijds wel^ timf vejGSchillgnde- -^etensehappelijke namoii diaagt.
’Hetgeen jou de. beoefening .déiT ornithologie .nog, moug lijken maakt, 1-; dal nog
telkensjweder^ndefè (nog nieuwen; namen- aan;'onderafdg( lmgen\t ■,( vtu'woP-j
\denr,gg]ijk b. i.¥|)ödëf*,de Wever.s-(ïdoce</,v) jiPir. Vuïo en
Sywplectes zijngemaakt; tol d< V\ u>i|. I ■^i^bi^oittim'de^uleiüe.la.hli n
Chera, Coli'nspasser en jPenthena; tot de Amtukna’s' wedei Cgryph§gndthus ^p</-
mospiza, Pyrenestes en Erythrura. Zoöïlöpide k.ui men -ifmVjijt-]j.jJv le^warn IfS^èus^
welke- eigenlijk '.#*'hfischreven^jogel i,s% t il hot w in- dan-, (idk-i-z^i; winsebehjk,
dat de/rVof utiie geloeidi < ( n«, dn ^vavvai dr^vinknigf-dneiViu^^ot^f rn'gpi>d
geheePbragt, _en dat dan'lfet daaruit voortvloeije nd -•ffJ-el dooi alle oi uil belonen
y oor-- go’ed^erd 'aangenomen f^Tè-rynlo-d’-’' --
•^Alvorens nu tot onzenLKleineh-|)ommordefjLig te k n n u , i- Ik tefli'-bi lm n maH
ongepast, de' hoofdvnrmemt^^yinka)‘lilige^\ogd-, rurg- T^n-Jaan K gejeTiivLigen-
lijk'e Vinken (Frmgillaj^Gxoenlïügen ^Ühlofqspiza^jgunmi Ni u wol n 1/,
Üfringülay, Sijsjes^CkrysómitrisY, LlisltKinken (Lmduiln) Jiaimni ( icanthis o£
Mgiothus)^ Kneutjes '{Linota)\ Mussehen,'(P'aiier);, Reodfnu—.f^lTeii. (Cntpodunis),
Geelvinken (Sennüs)-,’waaronder oim hainritvogtP bt hpoidn*-^
In Afrika leveh- eenige^ sporffeH 4die den snavel nagenoeg als 'de ^Serinus- Rebben,
namelijfccle öxidergeslachten Phonipara ekBusennüs.,Ji|f k dp;,Dik^'ekktn (Coe>'
cothrgmtes) ^ zijnfFïinkachtige -vegelf; „zij»maken<wfdef ondërlin_ < mi ■ >j■ /i. h ./■ 1]3
staanden vorm u itéén bij gê^plg^eéne eigenaardige familie^ waaronder eigenlijk"
'l^.meéste üftheemsche:'kain%yógeltjes beh^Srën^era^gsdtó^ ■ worden). Tot'deze-
Dikbekken-vinkenfamilie behooren vergeFde qpdergeskchten Hespéripfionm; Pitylm,
Cardinalis en SaUator, welke-in de;nieuwe -wereld geV.pnden worden.’-De-genoejndë
geslachten Muma, Dmacola~'^fim^este^‘enzr, enz. -Ijehoören,in,dein d e wereld,
te huig,,-De overige reeds- genöelrrdfe kunnen’mejer_ gl- mu'-j.'h- gors-Vt (igenlijke
vihkacbtige'M,ogd> beschouwd worden. Er bestaan zeker nog andere, minder
*bHijidr narnrii, en||er%uileh' ër nog wel meter geschapen worden, omdat er nog
nu in dan in invetvoirntn bekaid worden*eh 'sommige, onder de lièfhebbers
i,ui(lvbj-kendr sesjgj^^hoii biet urteji'-'i happelijk beschreven, zijn.
ï ih l dalTuii t -l- Vtiik i\n-ehrr r\og-ltjr nu, dat rgewoonlijk Domino, Kleine
Doinmp'EÖlsD.judi lotjtywoidt arnorriid1’ em/irirk nog eenigf’ sóórten het geslacht
'§^grme&ps, ’ruitmaa k t ? i n^ n - land fon^h“- deAy.agëtfiefhébbers genoeg bekend. ,
. het ‘ zëiïfftard'ëmeén. en wordt in die
streken nalhïmudE.i^rn^iii vlakten o^qp plaat-en. iiiet laag hout begroeid, gevonden.
llrl'v.'lj^Sm /(TljLr -an (ri'^pf'A’-faan - ^>ijóv -1^wos}.t^<;‘n iinet 'andere vinkachtige vogels.
Op hel, tnlanUj«H^.IIdil')iiia-i}i---^^t > inop-’l al■ te > gelijk^ ïittffi de^ EstvëÜa,' cmerea in de
m ^haiaros^e' (Groot- ’
Iftedtaa'l-Si/;/ / dt(dli’iÊ$>. Piin-'i-nril.mG’ieeft heé^én,.als op St. Tltó-
in 11 ii l I in / I 1 | v n 1 M W i ' ' / / ' / / o / i n van den
Roodkop-Wever (PZgceras'er^/iArops.);. De Portugezen aldaar noemen het eenvoudig.
Pjqw-mi» ( Mi mlfp-jï. in in diui^u^^m/^LV'lu t »JSHfgr-shiija. Zopwel SQii als
lé l( (kt nL^^viu' 1 t(i\M|l / dl «Ik f ii \4 n w t sfnilgelnid de's vogels
i-. ^(Hi id
li j niahni h( ^-rlIfiQ^igfr op d< n
f^v^igV* i- la t Tiioi ^ ’tijk v.m^ In t -wiTlVi^ P ombr-i'liydcn 'J)a,ujvHet ui die gewes-
t en v a n Afr i ka al t ij d gr o e n, e i genl i j k .dlijd^/omiV/is, bioeijou^d^ vogeltjes
\h n rut t m 11 n^bi p fdd fid d ^ l|g ^ ‘niiai^fi(fG-inen /aG i-v iu h bfoeijéude aan.
EvimuVbrotili'iiltl(’iï paai nnl danfilneiTnil - |aar^ en viloopéu- ei tuswTieir
elk' bioöi-'ï^óii'gèveer ./^'jG'ken .^l^ilAip maleti-ibfohjeu zij in hetzelfde
»lu’-i datfju'-/bi n dt lakki n vlihUm hqomen>/bp als ^ h a ® ï& i ‘op
^^(V'iVoóïnlakken. aanatbraat' ^efij^l ml duninv-ai ^i’assfengeP,vervaar-
W ^W hr^LA'en dat^an (den Z an^ stö . Het ;wijfje legt een aphttal
vt ( i kleun1,’ el* \Mtti ( | i ■ ii li /i| m Iwaïlt d^OT^uitóropxt,
$\Xh jongen \v orde 11 uiM'klhruv d» al ^^a-r/aden yurt den krop gevberü; tot
.ru^Sfp" /ij;j^ ^ ‘eKhinin, dodl hïiii snavel bruinzwart.
Df^itbcj le liuulie bliffl b i j ^ ^ E Lot^or-^f ii mniw bioeisd aangelegd wordt.
Zij fusten dikwi|lst^nf doiidc* ho^nH'ny'^dc tóivfntte 'lakken Jjen'/s nachts slapen
Qi>‘^rp[1^ iJL^ e u^l.6jtq'iL.tak^*-
huvwfflSfetlig« \ogelj|eC5naai gemakkcliili’te'-vangen, door