da gen)'door beiden vervaardigd. Eerst brengen zij-tegen* di n n f nul i n ui u
muur, o£'®0i30E'.i4akM of bruggen a^imaten balk n „imm im_ h|k nn
pen;zij, met chaat;breeden bek, van dengïond, vficgen ^^ca^rtnaardo bcuemde
plaats, en werpen'ljejl-.daar .neder,,Zaodta eg}'zich een'wc mu kl< i nj lijk \i,fgc-
diecht ïieefC halen"zij kleirfè phiisjêi* ë f f i n t
alzoo gelegde fondament:" Den^volgéndeiït, dag, als, -het vC'ei^^vag? denfe'óivt'gcm- ge-'
jlfoogd .is,’ brengen zij^vporal jg |jcfii!end&'*\ r o w h - eene•’twedd ^ a a aftkloEjaan.■
plohtcn deze oveneea<>* 100/?draad- of pluKachtige yelfaldndiglfedetf aMlfeferfteVftre^
vast. Tegen dén _a vond hervatten zij dên?.a&^(F;.«m-»g9anar o ^ a ÖbiU'Vffiótdafevoij
den-vierden of'^yijldén 'dag, ,ian het-binnenwerk wordKbegyhïen. Terwijl dit ffaatUe
voltooid wordt, b r e n g t w ® l s riogdd'Ketis^lijk aan, om dfn&atbTid^jxïti
wedeihelft Steeds ht\ht^vtfS|inaken, 'cnfoop'vi.rl '-licl- vvijf.|dldé>la \t>t(Ml^^al^nen-,fnan
het binnenwerk" verrigt, met-plt’ 'betSmanm;t j e S l f a n r * r i e e r t <
en" plakt-ajtés- zOo^Vast, i]^t/têiiahrriM(‘Tmsifm^n'e^lfeemVlSdot het duioföên kigengl
is het weL eemhalf kilo gewigt kan din^^.zsmdcr, to^butikerfdlè Z-wa1uwim<£/ijn
’’jdits waretkun^tenaars./degeilik'ir^ e tsglaiMs't'oniltti'. de-..yd'^^^K
' liet wijlSim« eene t i o uw^ m o f f - . t » v è r g \ u l d i r_ \f(5^tTaK6',eigion rn
laler v'&föjffiate joSgcti|t^ ooit hoN'mamn t^ ti<) 1 jMo 1 $b^1 Ik t
wijfjMdikwijh imiltetó'h^H'èijf'n?at^en «.kapt ’5 uacht---ai‘\vöon'lwl^ó%»lcn 1 nel \.m
he.twncstx#-
ir- -Ieder paar -broeit t^jenjaal: in-Meif p l in Jnltj. flfet^i^-tèdti^eiseJsh^^Ès^e^ldL1
vier, -soms echt&r- wèl«viif'
drie; zij - zijn dangwegpigy.-^Pi^ tn van^flMah'b^iri óf. nie'ètt glanzig, tpt^elwil', metj
ongelijkmatig üyWdéelde,- paa r sroodi1 te ë e p j en-^vlefe)^® < n ’w/nilcn indwaalf a
dertien? dagerk .-uitgebronid.- • -
Gewoonlijk \ed_oopen .cf-dertig a’ .veertig f l a&ê n j tmi s T d i d l v l i e g - e n
der jongen en het begin der twéêd^'djerlègging. Het duurtt-namelijk lang..- vóér'da-t
de Ouden hunne uitgevlogen rU^ptóelingeri*.aah hunddt over laten, ‘vandidi dit
het-tweede broei&ehizöj>elaat na' lïêt ^êérste^komt,^ j
Dé~jongem verlaten dorst dan Jieti iféit,. wanneer'zij in la a t zijluie vliegèn;
zij hebben tr,ouwëns5^ébW-anden’ ifiddel,^dan‘Iiunne‘^vr]:eijigelB^ om zich
terwijl andere jonge vogels, dfinftoe; Ook de pooten te hunner -beschikking hebben
Dikwijls komen dé* jéüge Zwaluwen-, op'den rand hunnëigwoning zittenyf^pfeiden
de ■ ■ fleugels'uiten stellen-zich aan alsof ^ij nogybevÉeesd #.èreli,V-dpn1 èersten -ylW^efe
sjag .te&wagep;maauwflijks, eöhter hebben zij den eersten stap tot vliegen gedaan,
ot y]jftflaaJleiph!ïro(B!!,dartel:weg',>eenluid geschreeuw aanheffende, maar dalen weldra
Op de ,^^®lv.^dty c i.digtbij ; gelggem rustplaats U’éd#5F, om echter spoedig weder op
jfevlicgen; zij ljhjven e\ enw el-steèds jn de nabijheid der ouden, met welke zij ’s avonds
dag zettep.zij zich op dunne lakkeu, telegraafdraden
H M foe.t Lj^en wachlrüv geduldig, dat een der ouden hun al vliegende
»cenigov.of'.d^el aan brengt, Als ^^mër-ig^wpjden zijn, vliégen zij, de ouden achterna
*en insgelijks.- in aWvlnfffe.
Deigyu-t lfe 7wilin\<n IdindjV^oo^el de,.ouden als de jongen van beide broeisels,
phijll lm', i Ikau 'tbtM? oh mhèn fot O^mber'l .'Dikwijls zit het geheele
gezin aaneengesioten op;: een uitstekenden tak; het oude mannetje zingt dan, het
iwiiki'e4ae(^ onucn^ft^he.aó| f Sjijfdc weinige geluiden, die, zij kunl
®n v o e n ^ ~ ■lii'i^ij'i 1 kIpvnm^^Kfflj-van■ j^walnweniheeft. iets liéfelijks; haar
'eezan^ü-mii., d.indeliik:j>Ji.aa]-n|.è\e^fliu^-karakter-,4e<kénnen; ide- schielijk herhaalde,
kraohtige, maar „eenvoudigie toonen.van het mannetje,* begeleid door de zwakkere
felüidnn- zijiLeii.^j^ie^jhéhhbU'pw^mhj^ilIgr'aantrekkelijks.
' »'• OnV.c^ ^ ^m w n lp \*.wbi>H ‘eaaijll]eid beschermd,yóm haar, nut boven
a ( irpMMMlvyih- l^jontyien ripn'Bjtn-'fiol&ijqot• hnna niemand'gehinderd. De Zwaluw
JiAp-tudit* zi t-ijtHW^h^d laiouü. K^'fmt H nplof ^ a dakèn zitten.» vereenigt, hare woning
m'iet ‘de oÊè, vliegt';op en-Jvoint •/Clfsv|n deyk'^mérs *.der buitenhuizen, om
du^\ 1 j e^’ftif'ch mugglm') wegMe^vaiigcn. 4^
-in- het bouwen van haar nest
jhi(■ C4wclfkIjnrjtraio's«;kgf 'n? .zif IV daariiis-(lJ|jivp.c lièjwoüers'wan het huis lieten helpen.
Men bragfrnam’elfk klei,tegc n liet broken ne-d aan, en daarop gingen de Zwaluwen
jrnet Jiaa^uBhei(%B^&Jjiw}|^®ufïlSiteral4é kamer^van het huis binden, en kwamen
Jaet vol'géiide: jaar ,terugy;-dè’@E hare nneeCdèreimakheid bewijzende, dat zij-dezelfden
jwaren pn de- haa^ l ^ ^ Ë |^ h ulDvaar-dighéid /niet vergelen>*hadden.
' Men js, .hef'er nog lang raii&’-nvèrscoiis,- waar onze Zwaluwen heêntrekken en
praèr zii/^ aw inti i-,1 vaterven Zij li'ekkcn’ allen-^Zuidwaarts, en vereenigen zich
.daako.e in troefien. Eenigen blijven deH^geheei^wipter in het Zuidelijkst gedeelte
van Europa?, anderen trekken Ziud-Oo^twaarts ,tot Egypte, Palestina, sommigen
/Waarschijnlijk nog in de 'oÉb'ekênde- binnenlanden van Afrika. Den
^dea Aprif.1 SMij-nam ik er- eené; op 2 graden Noorderbreedte, in volle zee, waar;
zij kwam in .ffiö't.touwwerk onzer sfoomhöOt zitten, rustte daar uit en verliet ons