eerst den volgenden dag. In December 1864 nam ik er eenige ifl de omstreken
van Lissabon -waar, en in Febpuarij 186® vlogen-er vele dóór de straten van genoemde
JPortugesche boofdstad. Volgens de inwoners* blijft zij ter dikwijls ’s winters
over; maar wanneer het daar te koud wordt, verdwijnt zij op eensr en komt
eerst tegen Maart terug. ■
Hier te lande komen zij eerst iö April, en wei in de laatste helft dier maand.
Evenwel worden e r bijna^dfé jarem?eedS‘vóór .diea'tijd (omstreeks den tot
den 104etl April) eenige gezien. Eett'.op den 5<*en;*Aprih gesehdeh',manndijk voor*
werp was zeer mager en. had' geen-voedsel in de maag* ’tgeen tót de Uöderetelling
leidde, dat deze -vogel eene verre reis ‘had afgelegd. >
De meening, dat de Zwaluwen, een winterslaap hebben,; is niét ontslaan door?
dien men ’swinters balfdotede voorwerpen''heeft- aangetroffen,' maar wel- door jdrê
omstandigheid, dat de Oeverzwaluw (H. ripmia) haar’"nest in aardholen langs
rivieren maakt, zoodat men natuurlijk hééft kunnen waarneme», dat'zij uit een
aardhol te voorschijn kwam,‘op welk feit-dan ^ok~ de fabeWerd gegrond, dat de
Zwaluwen ’s winters in den grond kruipen- énj even als de kikvorschén^ een winterslaap
hebben.
(8. Men kan de Zwaluwen niet in^gevangem staat houden, tenzij ia rpimë' volières,
waarin zij lustig vliegen kunnen. Men behoeft ze -ook- waarlijk- niet te vangen,
want zij-komen int-eigen bewegi^ * nabij* onze-woningen, en bekommeren e'r zich
weinig oin, of er al dan niet- menschen in de nabijheid zijn/''
Een aan onze Boerenzwaluw verwante vogel, of liever klimaatsvariëteit,is de
Hirunda rustim *cafoirica, die rosser op de borst en verdere onderdeden is on
in ’t Zuid-Oosten van Europa wordt aangetroffen. Evenwel worden ook hier te
lande dikwijls voorwerpen gevonden, die door bare rossere Meuren eenigzins tot
genoemde variëteit overhellen. Geheel witte of isabelkleurige zijn bok wel eens,
• doch zelden, waargenomen.