DE PAAUWS TAART DUIF.
COLUMBA DOMESTICA.
Met dén haam Paauwstaart wordt-' een ras van Duiven bestempeld, dat,
door het grooter aantal staartpennen, wel eenigzins aan eèn Paauw doet denken;
nogtans gelijkt de staart, dezër-' Duiven meer naar dien der Kalkoenen, daar toch bij
dë Pajauwen niet de 'staartpennen, maar de staartdekveêren verlengd zijn, terwijl
de Kalkoenen," op gelijke-"wijze als de Paauwstaartduiven, bij het pronken de
staartpennen uitspreiden.
Er bestaan onder den haam Paauwstaartduiven eigenlijk drieërlei rassen. De
voorwerpen van het eerste ral, dat gewoonlijk als-het eenige ééhte beschouwd wordt,
hebben een overgroot aantal staartpennen, een kort ligchaam, een kleinen, ronden
kop, maar met buitengewoon-langen nek; zij zijn meestal wit van kleur. Zij loópen
statig; bij het-pronken breiden zij de staartpennen uit, rigten den staart omhoog,
buigen den hals naar-achteren en den kop omlaag.
Die van;het tweede' ras hebben een minder groot aantal staartpennen, een
langer f ligchaam, min of, meer korten bek eh, veel korter hals’; zij dragen den
staart gewoonlijk horizontaal, breiden de pennen, onder het pronken, wel uit,
maar rigten den staart niet zoo zeefromhpog. Ook zij hebben gewoonlijk een wit gevederte,'
hoe'wel men er dikwijls zoogenaamde blaauwe (blaauwgrijze) onder aantreft.
| Het derde ras, het meest algemeehe, sluit zich door zijne vormen bij het
vorige aan; evénwel hebben de meeste tot dit ras behoorende Doffers een min of
meer ontwikkelden krop, deh bek even lang als bij het eerstgenoemde ras, den
fials daarentegen veel korter. Ook in hunne bewegingen komen zij vrij wel met
het eerstgenoemde, in hunne verdere eigenschappen echter meer met het tweede
ras overeen.
De tot het eerste, het zoogenaamd echte ras behoorende Duiven zijn zeer