de daaruit voortspruitende"jongenf geheëk'.tam,^zijiu ^eltèeU-Wilde; Eénd< n «"i.l
gevangen zijnde, worden' .dikwijls ;-even^ mak, maar brocijen niet altijd-, met
reeds, getemde Benden, of zij -vliegen, tej|en hel .tlSSöfpjr veg, om ninlïnor wl® ||
te-keerèn.