B I I O H m ■
COLUMBA DOMESTICA.
De N%n’d^if,.'"öoJ& weUHon of Nonnetje gekaamd, ontleent haar naam aan de
eigenaardige- kleurtéekening van den kop, alsmede daaraan, dat het zwart aan den
hoven'köp^^yl' ejèMe * wftfe iogsjnande kuif i^fge^éty» hetgeen wel iets van-eeïï
kap heeft. Intusschen ware het'juister, dezen vogel Maskerduif te noemèn; want
het ztraffee^gedeelte‘istèeter hielpeen;maöl^ & | ^ f lg |^ ‘^én, -dan met het aangesist
eenef fvrouwelijke ^Móosterling.
'Dè'-JwWwHBBIBP ook dikwijls verward metde Jpkopijnduifuf den zoogèaaum-
den Raadsheer. T'emminekda.- 4-^esej^'eefy'ó^dfe^den^da1^ „Pigedn Nonnain”, niet
de gron, maar'den Raadsheer, \Velkeilaalï>tein’tFranschme^,étaI Jac,obin genoemd
wordt. Dezen monnikketinaam Hebben dfezeDuiven (Raadsheeren) dééraan te danken,
dat derbreedeJtraagy diend'zij.-rondom dén hals t^tuopf den kop dragen, eenigzins
naar een monnikskap gelijkt.
Er bestaan voor de verschillende rassen onzer tamme Duiven gïéaè.^afzonderlijke
wnfejfeclia^elijbé, benamingen; jollen worden eenvoudig Columba domestica
(Tamme Duif) genoemd, omdat zij allen van ééne en dezelfdes.soort afstammen,
zoodat,onze.,Tilduivè'n'^-'sleröhfs ;varietei|en-van ééne soort zijn. De. stammoeder is
ongetwijfeld de Columba livid., de'gewone wilde Duif, die ook Torenduif, te Rotterdam
JBeursduif, en % vele; andere. strejsen IRotsdiiifVbeet. u
Vele onzer Tilduiven dragen bijna hetzelfde vederkleed als de Rotsduif, dóch
anderen wijken er, .zöewèl in kleur nis .in vorm en eigenschappen, zeer verre van
af. De blaauwë Kroppers b. v. hébben nagenoeg üe kfèuren der stammoeder, maar
hun monsterachtig groöië krop toont duidelijk genoeg, dat deze voorwerpen niet tot
eene in den vrijen natuurstaat voortgebragte soort bèhoorenjinaar dat dergelijke eigen-,
schappen slechts door middel der kunst of ten gevolge der gevangenschap zijn ontstaan.