70
scliraapt, zijn minder zuiver cn, ten gcvolgc der wijzc van vcrzamclcn, mct houlvczcis vermengd. Van
dczc beide soorten ondersclieidcn de inlanders, onder den naam Oegnr, den kamfer uit boomen gewonnen,
die vroeger die hebben gelevord, en vervolgcns gcdurcnde eenige {6 Ji 8) jaren onaaiigeroerd zijn
gebleven. — De opgaven omtrcnt de gewonnen werdende hoeveelheid uit eenen boom, zijn zecr uitccnloopende:
volgons dezelve zouden sommige boomen sleehts 66n Nederiandsch pond, anderen wel
tienniaal zooveel opleveren. Maedonald zegt, uit ¿en' boom 1,5 Ned. pond kamfer cn 10 Ned. ponden
olie gewonnen te hebben. De beste kamfer komt als ecnehalf doorsebijnende, korrelacblige, kristallijnen
stof voor, vervliegt bij eene warmle van 30 C. Gr. geheel of met aehterlating van eene geringe hoeveelheid
witte, barsaehtige stof en is door ecn' terpentijnaebtigen bijreuk, nog doordringeuder van geur, dan
de Japansebe kamfer. Bij dezen echten, voor den ultvoer bestemden kamfer, komt op Sumatra nog
eeue andere soort, onder den naam Kapoe?-mali (doode kamfer), voor. Deze Scheidt zieh uit de che
af, wanneer zij aan de lueht wordt blootgesteld, en is zeer weinig geaeht. Zij schijnt mij toe, een
mcngsel van hars inet eene geringe hoeveelheid kamfer te zijn. De kamfeix>lie, zoo als zij uitgevoerd
wordt, is licht gcel gekleurd, bezit eenen reuk, welke naar dien eener oplossing van kamfer in terpentijn
z\veemt, en vervliegt met aehterlating van eene hai'saclitige stof.
De naam Kapoer (*) doet mij vooronderslellen, dat dit artikel bij de Batta's, eerst na hunne kennismaking
met de Ilindoes, is bekend geworden. Of zij, dan wel Hindocsche of Arabisehe kooplieden
hetzelve in den handel met de Chinezen bragten, durf ik niet bepalen. Alleen is het genoogzaam zeker.
(*) Dit voortbrcngsel, helwelk de Chinezen vroeger allcen van Borneo schijnen verkregen te hebbea, dmagt bij licn
vci-scheidene uaincn. De ceo, Lung-naou-HSang: Lang (draali.), naou. (hcrsens), heang (ivelriekeadc stof), dus mlriiikende
sto/ uit de hersens van den draak, duidt de waarde van dit voorLbreiigsel aaii: want bet woord /««g-wordt
altijd gebezigd voor iictgeea deaKelzer betreft, ea hoc konden zij een uitmonteud geneesmiddel beter aanduiden, dan
door Iietzelve als het uitrloeisel van het edelste gedeelte van hem, dio volgens de denkbeclden der Chinezen, de venvezenllijkle
airnagt is, te besehonwen? Een ander, Ping-p'éen: Ping (ijs) cn yeen (splinlers), dus yssplinteni, toont
zeer juist het uitwendig aanzien der slof aan. Ende dei-de, Polo-h'éang: Po-lo (Borueo) en (wch-iekcndcstof),
das welriekende slof van Polo, de plaats, vaa welke hetzelve afkomstig is: want dat Polo heUelfde is als Borneo,
is eene aan zeterheid greuzende onderstclling, omdat de Chinezen voor de b allijd de p bezigen, en de r altijd door
de l uitspreken.
De Chinesche Kamfer daarcnlegen, is het voortbrengsel van eenen boom (Lauras Camphorae), dio menigvuldig en
zeer welig in denahijlicid van Sin-kin, inliel landsciiapKeang-se, groeit. De Chinezen noeraen dezen boom Chammog.—
Het woord moe is door haut of boom te vertalen ; deszelfs voortbrengsel, den Kamfer, noemen zij Cham iiaou.. Naou,
beteekent hersem. — üit <le vergelijking dezer verschillende benamingen hlijkt het recds, welke hooge denkbeekleii
zij van den uit Borneo ingevoerden Kamfer hadden, en waarom deze hooger in prijs was, dan huu Cham naou. J)e
kiinsL van raflinereii was <len Chinezen onbekend cn verechallc langen tijd aan eenige Amslei'danisc)io fiibi'ijkeii aanmei'kelijkc
voordeelcn, che door de Chinezen voor het gezuivenl voortbrengsel werden hetaald. Naar ik vernieeii, \\oiiIt
de gei-alTiiiecixle Kaiulcr bij de Cliinezen Pivg-ßen genoemd.
Den gegeven' naiini Cham, vinden wij min of meer gewijzigd, in de namon, welke dit Toortbrengsei in andere laleti
th^aagt, terug. In het sanskrit lieet Jict Kupnra o'i Kampur a, en ons Kamfer, liet fransche Camphre, liet engelsche
Camphire, zijn eveu als Campitura, aan dat woord vcn\^ant. AI deze wooiden dulden dus op «jn ìioofd\\'ooi-d Kam,
KaroUCa, hetwclk in hei sanskrilsch ons deiikheeld van íc/íiíé/í/ch, beven enzv. uiUlrukt. De andei-e beide sy 11 abeti,
w<ílkc in phora cn /er het besl hewaaixl zijn, wijzen ons op het gricksclic (ptqa en yopew en het latijnsche ßro,
ik drang. Ilet «ooi'd Kamfer zoude alzoo het denkhecld uinli'ukkcn van ecn dragan uf voortbrungcn van heuing of
schud/Ung; cn heeft de Kanifcr nict deze iiilwci'king op hol ligchaanisgestcl?
71
dat het in lateren lijd, blijkens de opgaven van Marco Paolo, een belangrijk bandcisartikcl van Lambrì
en Fanfar (*) was, dat van daar naar China werd overgevoerd. De kamfer was dus in dat lijdperk een
bandelsartikel van de oostkust van Sumatra, werwaarts bij, staande de groolheid van bet rijk der Batla's,
misscbien wel over land vervoerd werd. Tijdens de eerste bezoeken der Europeanen op Sumatra, bevond
zieh de kamferliandel in banden der Atsjioezen, en de boofdplaats voor den uitvoer was Baros; hiervan
de naam Kapocr-Baros. Naarmate de magt der Atsjinezen verminderde, geraakte bij allengskcns onder
den invloed der Engelsche en Hollandscbe kooplieden, en leverde bij bun aanzienlijke voordeelen op.
De hoofdplaatsen, van waar bij gedreven werd, waren, na de Europisehc vestiging, Siukel, Baros,
Tapoes en Tapanoeli. Yan deze piaatsen werd altijd een gedeelte naar Atsje en een ander gedeelte naar
Padang gebragt. Van Padang zijn, in dejaren 1750 tot 1758, ongeveer 5780 halve Ned. ponden, cn
in latere tijden, na 1826, jaarlyks ongeveer 1250 balve Ned. ponden uitgevoerd. Indien de opgaven
niet vergroot zijn, hetgeen ik echter vooronderstel, dan zoude er jaarlijks meer dan twee- en een halfmaal
zooveel naar Atsje gevoerd worden. Van deze plaats wordt de kamfer naar Singapoera, cn van Padang
voornamelijk naar Batavia gezonden, om daar een artikel van bandel mct China te worden. De prijs
van den kamfer bedroeg in 1750, te Padang, ruim 22 gülden per half Nedcrl. pond, en wissclde aldaar
in de laaUte jaren tusscben 25 en 30 gülden. Beaulieu kocht hem op Sumaü-a's westkust, in 1622,
voor 28 gülden. Blijkens de opgaven van Macculloch (Schmidt, Comptoir-Handbueb, S. 252) was
te Kanton, in 1836, de liaros-kamfer 57 gülden bet halve Ned. pond, en ongeveer bonderdmaal duurder
dan de gewone kamfer. — In hoeverre deze hoogere waarde allcen aan eene eigenzinnige voorkeur der
Chinezen, dan wel aan eene krachtiger werking als geneesmiddel zij toe te sebrijven, is voor alsnog
onbekend. De beslissing dezer laatste vraag werd, blijkens eene mededeeling van W. Jack, aan den
Heer llume voorgesteld. Is de uitslag van dat onderzoek ontkennend geweest, dan moeten wij den
buitengewonen prijs aan eene voorlngenomenheid der Chinezen toeschrijven en wordt dit artikel, alsook
de vogelnestjes, door ben even duur aan ons betaald, als de thee aan hen door ons.
De kamferolie wordt bijna niet gebruikt. De Heer Maeculloch stelt voor, om haar in plaats van
terpentijn te bezigen. Ik geloof echter, dat de prijsverboogíng, die door de minste aanvraag zoude
veroorzaakt worden, dit gebruik zeer zoude in den weg staan.
üit deze mededeeling blijkt bet, dat de gebeele bebandeling enzv. van den kamfer, onder Indischen
invloed Staat. In boeverre bet wensebelijk zoude zijn, het verzamclen door middel van het omkappen
der boomen, onder zekere beperkingen te brengen, en door destillatie en andere kunstbewerkingen het
produkt te vermeerderen enzv., durf ik, wegens gebrek aan plaatselijke kennis, niet bcslisscn.
(*) Lambri (MarcoPaolo, Boek Ifl, Koofdst. 15) wordt door Marsden voorondei-steld hot legenwooi-dige Janibi te zijn,
;n Fanfar (Bock 111, Iloofdsl. 16) woi-dt door hem, vormoedelijk met i-cgt, voor hot un als Kampar hekendc gelioudon.