NEDERLANDSCHE INSECTEN,
B E S C H R E E V E N E N A F G E B E E L D .
TWEEDE DEELS VIERDE STUK.
VIER EN TWINTIGSTE VERHANDELING
,0 V E R DE
N A C H T - V L I N D E R S ,
van ,t T w e ed e G e ï jn der E e r s t e Bende.
D E A U T U M N U S - V L I N D E R .
P. I I . Tab. X X IF .
§• »•
:eds verfcheidene Jaaren achter den anderen, heeft het
my mogen gelukken, dat ik op de Bladen der Eeke
Boomen zoekende, en wel in den Herfst of September
maand, meer dan eene van dit foort Rupfen, tegen
de onderzyden der Bladen zittende vond, ik den-
ke dat het om deze redenen ook is, dat ons tegenwoordig Voorwerp
door den Heer J. L ’admikal in deszelfs Befchryving van Infeflen (*)
Ju-
{*) J. L’admibai, naauwkeurige waameemingen omtrent de veranderingen van veele
Infeften Plaat II. pag. I.
aa