es N A C H T - V L I N D E R S
by zynde Befchry ving, geene andere dan geele Rupfen gehad te hebben,
daar dezelven toch zeerverfchillende van kleur zyn, uit, om zo te lpree-
ken een en hetzelfde Broedzel, of uit Eieren door een zelfde Moeder*
Vlinder gelegd, maar waarom dat men juist deze Rups, by voorkeur de
Merians Bor(lel-Rups noemd, daar dezelfde Juffrouw Merian, behalven
deze, nog twee andere zogenaamde Borllel Rupfen afgebeeld en be-
fchreeven heeft, bekeune ik niet te weeten; de Ridder hnnaüs noemd
dit Infcdl Pudibunda. Dat dit Voorwerp in zynen Staat als Rups, wel
degelyk onder de Borlteligen, of als met Schuiers of Kwasten voorziene
Rupfen behoord, zal zekerlyk wel niemand tegen fpreeken.
S- 2.
Reeds meermaalen deze Rupfen gehad hebbende, welken ik hier en
daar op verfchillende Boomgewasfen gevonden had, verkreeg ik van vee-
len derzelven ook Poppen en vervolgends de Vlinders, maar Hunne
eigentlyke Huishouding waarteneemen, was my tot dus verre nog geene
bekwaame gelegentheid voorgekomen, als nu in het laatst verloopene
Jaar, den fid™ Juny, toen kreeg ik van eenen Heer, myn hooggefchatte
Vriend, twee Vlinders prefent, zynde een Mannetje en een Wyfje, dezen
by elkander zettende, paarden ten eerden, waarna het Wyfje omtrent
300 Eieren leyde, niet allen op eenen Hoop, maar by Schooien
Fii. i.van do a 80 fluks, welken zich in derzelver natuurlyke groote als Fig. r.
Tab Bijl
J ° P Tab. XVII. vertoonen, en door het Microscoop gezien gelyk Fig.
2 2. weinig byzonderheid was aan een zodanig Ei, doorbet vergrootende
Glas te befchouwen, alleenlyk maar, dat de Schaal, niet geheel effen en
glad
glad was, maar integendeel een weinig ruuw,. of als geheel fyn Segryn
gekorreld.
S- 3.
Den 23 Juny, begonnen de jonge Rupsjes, reeds uit derzelver Eiè'r-
doppen voor den Dag te komen, zynde'geheel ruig Hairig, en het Lyf
onder de Hairen, groen van Kleur, ik gaf Hun terflond Linde Bladen te
vreeten, op welken zy in dezen nog jongen Haat, aan ’t graazen gingen ,
vreetende nog niet aan de kanten der Bladen, doch dit duurde niet lang,
waarop zy begonnen, ook het midden Vlies der Bladen, door te knagen,
en dus doende, gaatjes te vreeten waarop niet lang daarna het
vreeten aan de kanten der Bladen volgde. Den 29 en 30 Juny,
verwisfelden zy voor de Eerde Maal van Huid, na welke vervelling,
zy zich geheel groen met lange Hairen over het gehee le Lyf vertoonden
gelyk de afbeelding Fig. 3 doet zien, er was toen noch geen gig. <j,
blyk van eenige Bordelachtigheid te verneemen , maar grooter wordende,
begonnen dezelven zich te vertoonen, en na den 15 July’ op
welken Dag, eenlgen voor de tweedekeer vervelden, kon men reeds
drie Bordels, zeer duidelyk zien, te weeten twee op den Rug, welken
gelyk alle de overige Hairen , geel waren , en een op den Staart,
die met eene zeer fchoone roode kleur pronkte , gelyk men aan de
Afbeelding Fig. 4. zien kan. Van dezen Tyd af aan, begonnen my~ Fig 4
ne Rupfen, merkelyk in kleur van elkander te verfchillen, wordende
zommigen groen, anderen daarentegen meer bruin of roodachtig, eenigen
echter bleeven ook geheel geel van kleur. Na de reeds gedachte tweede
verwisfeling van Huid, verliepen ’er wederom vyftien a zestien Dar
2 gen,