42 N A C H T - V L I N D E R S.
Wezens bezield, ook deze Vlinders uit Hunne Onderaardfchewoningent
ten voorfchyn, en het Infeft komt in zynenlaatflen ó f volmaakten Haat,
uit deszelfs P op , en door de Aarde waarin hetzelve lag als doorbooren.
fi», 8. Fig. 8 en 9. verwonen ons deze Vlinders inden loopenden en vliegen-
9- den Hand, in welken- laatften men deszelfs Ondervlerken, volkomen zien
kan; onderfcheid in de Kunne, is nergends anders aan waarteneemen,
als aan de mindere o f meerdere dikte van ’ c L y f, zynde dat der Mannetjes
altoos dunder, dan dat der Wyfjes. Aan de Sprieten o f Voelhoorns,
waaraan veelen te onderkennen zyn tot welk Geflacht zy behooren, kan
men deze en foort gelyken, welken Haair of Borfleiformige Sprieten hebben,
in ’ t geheel niet onderfcheiden, dewyl deze]ven van beide de Ge-
flachten, eeven dik, en eeven eens van gedaante zyn. Offchoon deze
Vlinders, juist met geene fchoone en het Oog des Aanfchouwers verlustigende
kleuren pronken, zo zyn dezelven echter inderdaad, met zeer
veele fraayheeden vercierd, wanneer men dezelven in natura, en mes
opmerking befchouwd, want dan heeft onder anderen de zwarte kleur,
welke het grootfte gedeeke der Vlerken bedekt, eenen zeer aartigen roo-
den, of liever purperen weerfchyn en gloed, al naarmate het Licht op
dezelven fchynd, en welke gloed, in geene Afbeelding naar te bootzen
is , waarby wy dus wederom zeer duidelyk zien, dat ook hier in, alle
menfchelyke Konst-Werken, in geenen deele te vergelyken zyn, by die
van den Almachtigen en Alwyzen Schepper.
NACHT V L IN D E R S3 :wyazmff,ikTweede CezinzWEERSTEBENDE.
Hl
& .I I .