s N A C H T - V L I . N D E R S.
geel doorloopt, van de witachtige grondkleur der Vlerken zeer flerfe
affteekt of verfchild , en dus met reeht eene bontigheid veroorzaakt
verders de Rups op de Besfe Boomen zich onthoudende, zo is dus myns-
erachtens de Naam van bonte Besfe-Vlinder niet oneigen Veele L iefhebbers
noemen dezen Vlinder de Lammeeter, uit hoofde dat het Dier in'
zynen Tweeden Staat eene Tienpootige Span-Rups zynde, als ’f ware
meetender wyze lo o p td o o r de zes Voorpooten- ergends aan vast gezet:
hebbende, deszelfs vier Achterpooten naar zich te haaien en dicht aan de
Vootilen te zetten, ’ t welk dus als fpannen.of meeten. zoude kunnen genoemd
worden, doch dit heeft deze Rups met alle andere Span - Rupfem
gemeen. De Heer L ’Amman noemd dit Infeclr TygervMkig- Besfen
Krammetje, welken Naam niet oneigen vinde, doch dewyl ik reeds eenerj'
Vlinder befchreeven. hebbe,. onder den Naam van Tyger-Vlinder (»)
zo zal ik liever voor ons tegenwoordig Infeél, den Naam van Bonte
Besfe Vlinder behouden,.
5- «i
Het Wyfjè van deze Vlinder foort , Iegd Haare Eiëren niet enkel®
maar tefens by kleine Hoopjes-van 3 , 4 , 5 a 6 Stuks by elkanderen
Tab. 11. y n >•
Fig. i .afgebeeld by Ftg. 1 . Door eene tamelyk fterke vergroening, vertoond^
n e, 2. zich een van deze Eieren, gelykFig. 2. zynde met eene flaauwe holte in ’t
midden emoveral met bleeke Vlakken geteekend. ü it deze Eitjes koomen
meestentyds na verloop van 12 a 14 Dagen na de legging, de jonge Rupsjes
uit, ’t welk alsdan in ’t laatst van de maand Ju ly , f& n . ’ï begin van
Augus-
0\5 Tweede Deel, vierde Sïuk, tweede Verhandeling
n n 't Tweede Gezm der TWEEDE BENDE P. II. Tab. II. $
Augustus is ; Voor dat de Rupsfen uit Hunne Eieren koomen, worden dé-
gelven van geel zo als zy te vooren waaren, vuil paarschachtig. van kleur.
i SDe
Rupfen uit Hunne Eieren gekoomeri zynde, vreeten teriiond van
de Besfe Bladen , aan welker Steelen of Takjes , de Moeder Vlinder
Haare Eieren gelegd had , di: vreeten, doen zy nog in ’ t zelfde Jaar,
waarin zy uitgekoofflen zyn, tot zo lange, als de Besfe Bladen nog, door
Hun gebruikt kunnen worden , waardoor zy ook alsdan, nog voor het
begin des Winters, tot die grootte komen, dat zy tweemaal van Huid
hebben moeten verwisfeien, doch’ t welk dan nog op verre na, niet de
Helft van Hare volle grootte i s , echter is Hunne Kleür en Teekening,
seeds byna even zo , als van eene volwa-sfene Rups, hierop blyven zy
alsdan den geheelen volgenden Winter over leeven, zonder eenig Voedsel
te gebruiken, tot ia het daaraan volgende Voorjaar toe, wanneer zy
met het uitkoomen der jonge Besfe Blaadjes, ook wederom nieuw Voed-
zel verkrygen , doch ’c welk m-eestentyts niet voor in de maand April is,
hierop al grootter en grootter wordende, vervellen zy nog tweemaalen,
waarna zy Haren vollen wasdom- bereikt hebbende,, zich vertoonen als
Fig. 3. afgebeeld is ,. naar eene dusdanig volgroeide Rups. Fig. 3,
§• 4 -
Maar weinig Draaden, ipinf eene Rups van deze foort, voor Haar ver-
blyf als Pop, derhalven een zodanig Spinzel aftebeelden , niet der moeite
waardig was, integendeel- is de Pop , waarin zodanige Rups 3 3 4 Dagen
( b 2 ) na