zeer zeeker ook onbevrucht, verboren derzelver groote niet, veranderden
ook niet van kleur, maar bleeven eeven zo als toen het Wyfjes Vlinder
dezelven legde, namentlyk witachtig, zelfs zyn zy nog dezen Dag terwyl
ik dit fchryve,- onverdroogd van Schil, hebbende nog derzelver eerfte gedaante
en kleur, ik bewaareze ook om diereedenen als eenezaak niet veel
voorkomende, ten minflen by my nog nimmer gebeurd zynde.
§• 3-
Uit de eerst gelegde bevruchte goede Eieren, kwamen den 22 August,
de jonge Rupsjes voort, hebbende dus maar omtrent zes Dagen als
Eieren geleegen, dezelven waren witachtig van kleur, en met hetbloote
Oog gezien geheel ruig met een bruin Kopje, doch door een vergroo-
tend glas befchouwd wordende, waren de Hairen zwart en zeer ftyf in
’ t aanzien , {taande allen ieder op een zwart Knopje. Ik zette myne
jonge Rupsjes ten eerften op een Zoodje Gras, waar van zy ook begonnen
te vreeten doch niet terftond , ’ t welk zekerlyk veroorzaakt
wierd , door dien zy ieder van te vooren om zo te fpreeken Hunne
Maaltyd reeds gedaan hadden, aan de leedige Doppen van de Eieren
waar uit zy gekroopen waren , dewyl zy dezelven hadden opgevreeten.
Den 29de dus na verloop van zeeven Dagen, zetteden zy zich voor
• ge eerde maal op het vervellen en hadden genoegzaam allen den ifte
•September eenmaal Haare Huid verwisfeld, nu waren derzelver Hoofdjes,
die te vooren eene bruine kleur hadden, geheel groen geworden, en
ten eenenmaale eenkleurig met het overige Lichaam der Rups; met
Gras
1MB de E E R S T E B E N D E . P. I I . Tab. II . I I I .
Gras te vreeten, bleeven myne tegenwoordige Diertjes tiet ophouden,
groeyden daar door ook zeer góed, zo dat zy zich den 9 en iod= Sep-
■ tember voor de tweedemaal op het vervellen zetteden, door het welk
I zy den nde en i2 de ook geraakten, zynde als toen tweemaalen ver-
I veld , Hunne kleur was eeven eens na deze verwisfeling van Huid,
I als voor dezelve, namentlyk geheel groen, met flaauwe ftreepen ; on-
[ gemeen langzaam en traag zyn dezelven in het loopen , en over het
I geheel , zeer fterk doorfchynende, zelfs zo fterk, dat men Hun ver-
'i teerde Voedzel, in het Lichaam kan zien naar achteren toe voortgaan
J 1 otn uitgeloosd te worden, zelfs Hun Kop , fchoon van eene harde
I zelf Handigheid zynde, werd kort voor eene Ver veiling eeven zo door-
fchynend als Glas. Den 3de October, dus een- en twintig Dagen na de
i tweede Vervelling, fchikten zy zich voor de derdemaal hiertoe aan,
B B en geraakten .door deze Vervelling eerst den 9 en 10 October, hierna
B B gebruikten zy maar zeer weinig Voedzel, en bereideden zich om zo te
I fpreeken, tot het doorftaan van den naderenden Winter, in den
f welken zy toch naar behooren geen Gras bekomen konden, dus over-
j winterende, onder het gebruiken van zeer weinig Voedzel, zaten zy
j de eerfte Winter Maanden November en December geheel door, en I genoegzaam altoos onbeweeglyk ftil, doch in ’t laatst van de Maand
t January des volgenden Jaars, warme Dagen zynde, begonnen zy wederom
te kruipen en ook iets te vreeten, ’1 welk naar maate der meerdere
aankomende Voorjaars warmte, ook langzaamerhand vermeerderde,
zo dat zy zich den 5de en 6de Maart, voor de vierde keer op het ver-
I vellen zetteden, op deze verwisfeling van Huid, zaten zy ongemeen
I lang, want daar zy bynaar allen tegelyk op deze vierde Huid verwisfê-
C ling