< e > 1 5
NEDERLANDSCHE INSECTEN,
BESCHREEVEN EN AFGEBEELD.
TWEEDE DEELS VIERDE STUK.
3R®SSffi:S!S:S!Si«®SS®S;S®!SSSiSSS;S5Si«SS®$S8®®
VIERDE EN VYFDE VERHANDELING
O V E R DE
N A C H T - V L I N D E R S ,
van ,t E e r s t e G e Zjn der T w e ed e Bende.
DE ZW A R T G E S P R E N K E L D E V L I N D E R ,
P . I I . Tab. IV. V.
k noem dezen Vlinder ie Zwart gefprenkelie, dewyl de-
zelve op eene geelaehtig witte grondkleut der boven
en onder Vlerken , byna geene andere kleuren dan
de zwarte heeft, en deze op dien witachtigen grond ,
als op gefprenkeld of op gefpat is , zynde ’er maar
‘Zeer Weinig regelmatigheid in de fchikking der zwarte vlakken en Hippen
; De Heer YAdmiral, dewelke dit Infefl: als Rups en Vlinder ook
befchreeven en afgebéeld heeft , in dészelfs Werk op de _XXIflc Plaat
Verandering noemd dit Dier aldaar De Meeter Tomenhp zeggende
bevonden te hebben , ,, dat deze Rups onder de Liefhebbers te Haari
l e m ’