j ) Doorgaands zyn hunne Koppen of Hoofden van gedaante gelyk men
■ 'een Hert verbeeld, insgelyks geheel ruig, of met korte en ftyve
Hairtjes voorzien.
3) In Poppen zullende veranderen, begeeven zy zich aan het een o f ander
Uitdek, om vry en onbelemmerd te kunnen hangen, onder hetzel •
ve maken zy haaren Staart door middel van eenig Spinfel vast, laaten
alsdan alle Hunne Pooten los, dus met den Kop naar beneden hangende,
veranderen zy in Poppen.
4) Verre de meeste Poppen van deze Bende, hebben aan ’t Hoofden eind
twee Punten, welken aan zommigen geheel fpitz, aan anderen integendeel
domp zyn, voor ’t overige hebben zy ook nog andére Punten
ter wederzyden en langs den Rug.
5) Op den N e k , of liever op den rug van ’ t Borstduk, hebben deze
Poppen doorgaands de gedaante van een Gryns, met een gebogen
Neus.
6) Veelen dezer Poppen, hebben goude ofzilvere Vlakken en Punten,
ja zommigen zyn geheel als vefguld.
7) Alle Vlinders van deze Bende, hebben maar vier volmaakte Pooten,
en in plaats der twee voorden, zyn zy met twee Hompjes voorzien ,
welken geene klaauwtjes o f haakjes hebben, en derhalven in ’t loopen
of klimmen van geenen dienst zyn.
8) Deze Vlinders, wanneer dezelven hun Poppevlies verbreeken en ter
waereld komen, laten alsdan een bloedrood vocht vallen.
Den Naams oorfprong dezer Vlinders, behoeft men niet verre te zoeken,
dezelve is ontleend van de vlakken welken zich op de onderfle
zyden der Vleugels bevinden en volmaakt naar Paarlemoer gelyken, de-
wyl men nu meer dan eene foort Paarlemoer Vlinders heeft, van welken
ons tegenwoordig voorwerp eene van de klemden is , zo noeme ik den-
zelven de kleine Paarlemoer Vlinder, de Ridder L innzeus noemd denzel-
ven Lathonia.
§•
In het begin van Juny, reeds eenige Jaaren geleeden, buiten Kaarden
zynde,
zynde , wierden door my gevangen twee in ’t paaren zich bevindende
Vlinders van deze foort, dezelven in eene Doos gedaan hebbende, blee-
ven zy nog eenen tydlang aan etkander. Te huis gekomen zynde, werden
zy in eene luchtige en ruime vlucht gez et, welke ik tot dat oogmerk
hebbe om ’er Rupfen of Vlinders in te plaatzen , ten einde der-
zelver huishouding beeter waar te kunnen neemen, dus ook nu om te zien
of het Wyfje zich van deszelfs waarfchynlyk bevruchte Eieren ontlasten
zoude, doch daar kwam niet van, maar zodra was ’er niet een Plantje
driekleurige Viool, Viola tricolor bygezet, en in de vlucht gebragt, ofhec
Wyfje begon ten eersten deszelfs Eitjes te leggen , zonder onderfchyd ,
zo wel op de Bloemen zelfs , als ook aan en op de Bladeren der Plant,
doch telkens enkeld niet by fchoolen. Den 10 Juny begon het te leggen
zynde dit aanmerkelyk, dat hetzelve zich van Eieren te leggen onthield,
wanneer het in fchaduwe was, daarentegen in den Zonne-fchyn geplaatst
wordende, telkens wederom begon te leggen.
De Eitjes zyn langwerpig, o f Rolrond, naar boven toe iets dunder dan be-
nedenwaards, boven op platachtig, met de onderde of breedde zydeaan
’t Blad als vast gelymd, geelachtig wit van kleur, derk geribt en glanzig,
vertonende zich in derzelver Natuurlyke groote als Fig. 'r. Tab. I. T o rnaar
door eene vry derke vergrooting gelyk Fig. 2. Omtrent eenen dag
voor het uitkomen der Rupsjes, veranderden dé Eitjes ten eenenmaale 2'
van kleur, en wierden van geelachtig wit, donker graauw.
Den i8 dc" Juny, dus acht dagen na het leggen, kwamen de eerde Rupsjes
uit hunne Eieren te voorfcbyn, zynde geelachtig graauw van kleur,
met zwarte Hoofdjes, eri fyne korte Hairtjes over het geheele Lichaam
bezet. De Bladeren van de gemelde driekleurige V io o l, lieten zy zich
zeer wel fmaken, en groeiden dus ook voorfpoedïg. Den der reeds
gemelde Maand, vervelden zy voor de eerde maal, en hadden toen Doornen
gekreegen , welke Doornen , met lange Hairtjes bezet waren , de
kleur der Rupfen, was nu byna zwart, met eenen lichten dreep over den
Rug. 10 Dagen hier na, dus den 7 len Ju ly , verwisfelden zy voor de
tweede maal van Huid, den i 5 den voor de derde keer, en den 24 en zy11“
voor de vierde en laatde maal. Telkens na iedere Vervelling, was het
Hoofd wit, maar werd kort daarna zwart, de Doornen , welken na de
eerste vervelling met fyne en lange Hairtjes bezet waren, hadden nu daar-
A 2 ente