44 n a c h t - v l i n d e r s .
S ) 2-
In ’ t begin en midden der maand May, al naar mate eene vroegere of
latere Voorjaars warmte, de Rupsfen uit Hunne Eieren doed te voor-
fchyn komen, vint men dit foort, nog jong zynde, op de Eike Boomen,
zich geneerende van derzelver Bladen, welken zo ’ t fchynd Hun zeer
wel fmaaken, na dezelven tot in ’t einde der gezegde Maand , o f begin
der volgende , gevreeten te hebben, in welken tusfchen Tyd zy eenige
maaien van Huid vervvisfelen , zyn dezelven volwasfen, in dezen als
Rupsfen volwasfenen en volmaaktften (laat, vertoonen zy zich gelyk
Tib.yi Pk* 3 en 4. Zeer verfchillende van kleur en Tekening vind men deze
4!^ 3’ Rupsfen, dat men zelfs, zulks niet door ondervinding weetende,veelen
daarvan voor meer dan eene foort zoude aanzien, doch hierover in twyf-
fel zynde, en dezelven dus als Rupsfen groot fokkende, om te zien wat
’er uit voortkomt, blykt by de uitkomst der Vlinders, dat het doch
maar eene foort i s , hoewel in de kleur derzelven, nog wel eenig on-
derfcheid plaats vind.
§• 3-
De Rupsfen volwasfen zynde , ’ t welk doorgaands indeMaandJuny is,
kruipen de meesten in de Aarde, om geduurende den Staat van Pop in
dezelve te zyn , zy maken zich ten einde van meerdere befcherming,
voor van buiten aankomende Vyanden, een redelyk vast verblyf in de
Aarde, door dezelve met gefponnene Draaden aan eentehechten, waar
door deze aan een gefponnene Aard o f Zandktftrels, eene zekere vastigheid
verkrygen , zich onderfchydende en afzonderende van de overige
Bg. j . Aarde, een zodanig door de Rups gemaakt verblyf, vertoond zich Fig. 5.
Na
van 't TWEEDE GEZIN der TWEEDE BENDE. P. II. Tab. VI. 25
Na in dit van Aarde vervaardigde Spinzel, eenige Dagen geleegen te
hebben , veranderd de Rups in eene zodanige Pop, gelyk afgebeeld is
in derzelver natuurlyke grootte en kleur by Fig. 6. Niet alle Rupsfen pt-g 6i
gaan even diep in de Aaide , want zommigen welken ik van dit foort
gehad hebbe , iponnen zich tusfchen het Oppervlak der Aarde, en de
daarop leggende Ruigte in, en veranderden in deze van Hun gemaak.e
Spinzels in Poppen.
• 5- 4 -
Alle myne Poppen , welken ik van dit foort in verfchillende Jaaren
gehad hebbe, bleeven tot in ’ t midden, ja tot aan het einde van de
maand November leggen, na welk Tydverloop, de Vlinders in dezelven
beflooten, ten voorfchyn kwamen. Fig. 7 en 8. vertoonen ons deze Vlin- Fig. 7.
8.
ders beiden Mannetjes zynde, waarvan de eerde den loopenden de twee.-
de , den vliegenden ftand verbeeld. Offchoon ’er in de kleur en teeke-
ning der Vlakken , wel eenig onderfcheid te befpeuren is , zo ziet men
doch zeer gereed, dat het eene en dezelfde foort i s , maar wie zoude
zonder het te weeten kunnen denken, dat het Diertje, naar’t welk de
Afbeelding Fig. 9. gemaakt is , het Wyfje van dezen Vlinder was, en gig. 9.
evenwel is zulks zo , want nimmer hebben de Wyfjes van deze foort
Vlinders, Vleugels of Vlerken, maar zyn altoos zonder dezelven, hebbende
zelfs geen flaauw bewys daarvan , zo als nog wel eenige andere
foorten van Vlinders hebben, welker Wyfjes ook ongevleugeld zyn,
gelyk men nog eenige foorten van Span-Rupsfen, en zo veel my bekend
is , twee foorten van Borftel-Rupsfen heeft, echter hebben de Wyfjes
van dezen, nog eenig flaauw kenmerk, waar, om zo te fpreeken de Vlerken
zitten moesten, indien het Diertje dezelven hebben zoude, maar aan
( f a ) ' dit