34
het Dier nu geen ■ Voedzel kunnende bekoomen, dewyl het ’er niet
was, moest zulks noodzakelyk eene uitteering, of vermindering van
krachten, en eindelyk den Dood te weege brengen. Die Rupfen
daarenteegen, welken in de gematigde Winter koude waren blyven
{laan, hadden dus zo veele uitwaasfeming niet gehad, en by gevolg
ook zo veel gebrek niet geleeden by het ontbeeren van behoorlyk
Voedzel, waren dus minder verzwakt, eri meerder in getalle in ’c
leeven gebleeven. Indien men in Haat was, geduurende den Winter,
aan zulke Rupfen, welken dit Jaargetyde moeten doorltaan, en in de
Vryheid hetzelve ook zonder vreeten doen, hy het geeven van eene
door Konst naargemaakte Zomer- Warmte, ookteffens Hun behoorlyk,-
en veelen by voorkeur alleen eigen en byzonder Voedzel Hen konde
verfchaffen, dan geloove ik, zoude men dezelven al zeer vroeg in het
Voorjaar, tot Poppen zien veranderen, maar by den Winter, niet in-
ftaat zynde het benodigde Voedzel Hen te kunnen doen genieten
zo komt het my voor ook beeter te zyn, dezelven geene meerdere
o f door Konst gemaakte warmte te geeven. Myne Rupfen dan ver-
ders in het gevorderde Voorjaar, ihet vreeten voortvaarende, had
zulks ten gevolge, dat de voorlpoedigfte van dezelven, zich reeds
den i?de April, op het vervellen zette, en ’er na eenige Dagen ook
door geraakte, den 23 en 24fte April, zetteden zich meest allé myne
Rupfen wederom ter verwiifeling van Huid, en geraakten ook hier
door, na het verloopen van eenige Dagen. Den 6. 7 en 8fte May,
wawaren
de meesten volwasfen en hadden alstoen de gedaante groote en
kleur, gelyk Fis. 7. en 8. Zy waren allen op het vyfde Lid van ach- Fig. 7.
en g.
ter af gereekend, met twee zeer fterk vooruit fleekende Doorns of Haa-
ken voorzien, insgelyks hadden zy dezen ook op het eerlle en vierde
Lid van achter, doch in lang zo fterk en groot niet als die, welken
op het vyfde Lid waren. Flg. 7. vertoond Hunne loopende gedaante, | £ i
ook hierin hadden zy iets byzonders ’t welk men aan andere fpan-
nende Rupfen, zo niet waarneemd, namentlyk : dat zy zich zeer
fterk heen en wederfchudden of beweegen , wanneer zy van plaats
veranderen willen, zelfs ook dan fchudden zy nog veel heen en weder
, wanneer zy de Voorpooten, reeds vast gezet hebben, en dus
die aanmerkelyke bogt met het overige van het L y f maken, gelyk in
de laatst genoemde Fig. 7. te zien i?.
$ 3-
De volwasfen geworden zynde Rupfen, begonnen zich nu de eene
voor, de andere na, intelpinnen, verkiezende hiertoe allerhande ruigte
, van verdorde Bladen, als anderzints, welken zy met een luchtig
Spinfel, aan elkander verbonden, gebruikende de eene Rups hiertoe
meerder byvoegzel van vreemde zaaken, als de andere, een zodanig
uit by elkander gevoegde verdorde Bladen vervaardigd Spinfel ', is
afgebeeld op Tab. IX. Fig. 9. in hetzelve ziet men een klein gedeelte .wtt
IX
van de in Pop veranderde Rups, doch om deze Pop, beeter in derzel- gig.'g.
ver waare groote en kleur te kunnen zien, hebbe ik dezelve als op
den Rug leggende vertoond Fig. 10. Myne Rupfen, van welken eene Fig.io,
reeds den 5 May, begon korter te worden en fterk te kruipen, daar