heerlykeren daat overgebragt worden, wanneer onze nu nog logge en Aard*
fche Bekleedfeien veranderd zullen zyn, door diezelfde Macht, welke eene ini
veeler Oogen maar verachtelyke Rups, in eene dus fraaye Gedaante her-
fehept? want inderdaad, het komt my voor, eene zeer aa rtig e en wel
onzer naarfpooring waardige opmerking te verdienen, den leevens-
loop van een zich zo geheel van gedaante , en in alle overige levens
huishoudingen zo zeer verfchitlend Diertje , gelyk de Rups of Vlinder
is, naar te gaan, en ’er den Schepper in te bewonderen en te ver-
heerlyken. Zoude het niet wel kunnen zyn , dat zelfs een zodanig
gering fchynend Dier, ter bemoediging van het meerder waardige,
Schepzel, de Mensch namentlyk, gefchapen w a s, op dat, wanneer
by den laatden zomtyds eenige twyffel mogt opkomen, of Hy wel na dit
met zeer veele zorgen en ongemakken verzelde leeven, in eenen beieren,
volmaakteren, ja heeriyken Staat geraaken zoude, en of het niet wel
maar met het einde van dit tegenwoordige leeven, ook een einde van alles
was, om alsdan eenen zodanig twyffelmoedigen, als met den Vinger te
wyzen naar eene Rups, en Hem te beduiden, - dat, zowel als dit verachtelyke
Dier, in dien Staat van Rups zich nog bevindende, aan zeer veele
ongemakken onderheeven , van veele Vyanden omringd, aan veele
zorgen om zo te fpreeken ter bekoming van zyn Voedzel onderworpen is,
zo wel als een zodanig Dier, in eenen, veel aangenaameren, en volmaakteren
Staat veranderd, zo zult Gy o Mensch 1 na het doordaan van dit
in veelen opzichte moeijelyke leeven, ook in eenen beeteren Staat veranderd
en tot een ander en volmaakter leeven, overgebragt worden. Het
uit het Ei komen eener Rups, Haat gelyk met het geboren worden van
een Mensch, de dikmalige vervellingen of verwisfelingen van Huid, zyn
eeven zo veele en wel zwaare Ziektens voor het Dier, om niet te fpreeken
van de overige Ongemakken, waaraan hetzelve nog bovendien
onderworpen is. De gewaarwording der bevoordaande , verandering
in Pop, eo de daarop volgende legging op het veranderen , daat tegen
o v e t
over onze laatfle Ziekte, Waarop des Lichaams Dood volgd; Even zo
fterfd ook de Rups als Rups, en ’er blyfe niets over van dien eerden
Staat, want de Pop, waarin de Rups veranderd, is geen Dier meer, zy
kan niet kruipen, kan niets vreeten, niets zien, niet hooren, niet ruiken
, zelfs blyft by zommigen geen gevoel, nog eenige de minste vrywillige
beweeging over, waardoor dezelve dus met den Staat des Doods,
van ieder zich in leeven bevonden hebbende Dier, volkomen over een-
komt. * Wat is het kruipen van eene Rups in de Aarde om Pop te worden,
anders, als het begraaven van onze Lichaamen, alleen met dit onder-
fcheid, dat eene Rups, hetzelve vry willig, of liever door eene ingefcha-
pene Natuurdrift of Injtinlt doed, ons daarentegen hetzelve moet gedaan
worden; Wanneer Wy nu in ’t geheel geene ondervinding hadden, dat
eene zodanige Pop, waarin eene Rups veranderd is, wederom veranderde,
of liever, dat uit eene Pop, een geheel ander Dier te voorfchyn komt ,
wannéér Wy dit eeven zo mis by ondervinding wisten , gelyk het nog geen
■ van alle thans op Aarden levende Menfchen by ondervinding weet, in
welken Staat Hy veranderd zal wnrden na den Dood, zo zoude .een
Twyffelaar, immers al zeer licht kunnen zeggen, „dat Ding, die Pop
„ is zo als ze is, en zal wel blyven gelyk zy is, dus ook Wjj Menfchen!
„ dood zynde, zullen Wy weldood blyven, met het einde van het Lic-
„ hamelyke leeven, is al het leeven gedaan, want dat geene, ’t welk
,, bygebracht word, ter verdediging van het beftaan eenes tweeden lee-
vens, of tweeden Wezens, na den dood van den eerden Staat , in het
,, Graan voorgedeld, ’t welk in de Aarde geworpen wederom uit dezelve
„ hervoortkomt is eigentlyk niet hetzelfde ’t welk gezaaid was, het is een
ander Lichaam, ’c welk uit de Aarde fpruit, wel uit het eerde voort-
„ gekomen, maar niet een en hetzelve met het eerde, in de Dieren heb-
„ ben Wy geen Voorbeeld, dat een eenig van dezelven, na zynen dood
,, nog leeven kan, of veranderd word in eenen anderen Staat? Maar
nu, nu weeten wy juist door ondervinding aan Rupfen en Poppen, voi-
e 2 maakt