# < @ > # NEDERLANDSCHE INSECTEN,
B E S C H R E E V E N E N A F G E B E E L D .
« s ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® * ® ® ® *
TWEEDE DEELS VIERDE STUK.
SS ^ .S lS iS S S llS t tS r a S S S iS ftS S iS lS tS l& S iS S S S iS lS lS S S S SÜ d l
V I E R D E V E R H A N D E L I N G,
O V E R D fi
N A C H T - V LI N DERS ,
van ’t T w e e d e G e z in der E e r s t e B e n d e .
De S A T Y N - V L , I N D E R .
P: II. Tab. IK 3 r.
§S|Een Satyn is witter en glansryker teffens, dan de Vlinder J
h welks Natuurlyke Historie-Befehryving, het onderwerp dezer
tegenwoordige Verhandeling zyn zal, deszelfs witte kleur,
en daarby gepaarde glansrykheid, heeft denzelven ookby de Infeffcen-
L ie f hebbers, den Naam doen verkrygen van Satyn • Kinder o f Satyn-
Kapel de beroemde L inn^ us , noemd dezen Vlinder Salicis zekerlyk uic
hoofde dat dit InfeÊt in deszelfs eerften Raat als Rups, zich op de Willige
{ 'Salix) onthoud en van de Bladen dezer Boomen zich geneerd, hoewel
ik dezelven óok meer dan eens, op de Abeele Boomen gevonden hebbe.
Reeds veelvuldige maaien, hadde ik de Rupfen van dit Soort in ver-
fchillenden ftaat des Ouderdoms gevonden, maar derzelver Eieren waaruit
Zy voortkwamen nog nimmer gezien, offchoon de Rupfen gantschniec
raar zyn, doch eindelyk is het my gelukt ook deze machtig te worden,
want eens een bevrucht Wyfje hebbende, leide hetzelve een geheel Tab.
Ranzig Hoopje, afgebeeld öp Tab. IK Ftg.
d
IK.
Fis- tf
i. doch waaraan in ,'é minst
geen#