4 N A C H T - V L I N D E R .
nog niet bekend was, dan beklaage ik geentzints de gedaane moeyte,
maar achte zeer wel beloOted te zyn myne naarfpooringen; De Eieren van
het tegehswoordig In&a, vond ik by eene dergelyke Geleegendheid,
buiten de Haarlemmer-Poort van deze Stad, ophethierby afgebeelde
Tab. i.Kruid, en wel een geheel Schooltje by elkanderen, gelyk Fig. i- op
tïg. j .
Tab. i . zulks doed zien,met het blooteOog befchouwd zynde, was aan
■ een dergelyk Ei geene geribdheid, o f over ’t geheel niets byzonders te
ontdekken, doch een met het Microscoop gewapend Oog, deed hetzelve
Tig. a.zich voordoen gelyk Fig. 2, afgebeel is. Kort na dat de Moeder Vlinder
Haare Eiëren gelegd heeft, zyn dezelven bynaar w it, (uitgezonderd
het bruine afgebrokene bandje en het bruine vlakje boven op
het midden van ’ t E i) maar worden donkerder van kleur, kort voor het
uitkomen der Rupsjes , zo dat de bruine Band en Vlak geheel veidwynen
■ en het Eitje over het geheel eene Potlood kleur verkrygd.
§■ 3- , "
In ’ t begin van July, kwamen de jonge Rupsjes uit Hunne Eieren
welken ik eenige Dagen te vooren gevonden had te voorfchyn, en ver-
Vig- 3. toonden zig als Fig. 3. de meeften vraaten Hare Eiërdoppen fchoon op
• en allen fpanden zy wanneer ze liepen eeven gelyk als Span-Rupfen met
12 Pooten doen, echter kon men met een matig vergroot glas, ook
Hunne overige 4 Pooten reeds zien, fchoon zy dezelven nog in ’ t geheel
niet gebruikten, aangeraakt wordende, lieten zy zich terftond byDraaden
van
van ’t Tweede Gezin der E ER ST E BENDE P. II. Tab. I. 5
van het blad o f fteeltje waar op ze zaten afvallen. Zeeven Dagen
na het komen uit het E i , vervelden zy voor de eerftemaal, en
Acht Dagen ’er na, voor de tweede keer, vertonende zich toen reeds
als Fig 4. Het loopen als Spanrupfen, begon ook reeds geheel optehou- tïg. 4
den. Zes o f Zeeven Dagen na de tweede Vervelling , déeden zy het
voor de derde reyze, en hadden toen de gedaante grootte en kleur als
Fig. 5. Voor iedere Vervelling, waren myne Rupfen telkens donkerder Fig. 5
van kleur, dan kort na dezelve, wanneer zy telkens het lichtst van kleur
waren. Wederom een gelyk getal van Dagen verliep ’er tusfchen de
vierde of laatfte Vervelling , als tusfchen de tweede en derde, dat is
te, zeggen zes a zeeven, na welke vierde verwisfeling yan Huid, ‘t welk
ook tegelyk de laatfte was, zy nog eenige Dagen in grootte toengïmen,
vertonende zich eene volwasfene Rups gelyk Fig. 6. den fraayen geelen pit. s
ftreep waar naar ik mynen Vlinder genoemd hebbe, kan men nu ten dui-
delykften zien.
§■ 4-
Reeds in het begin van August, dus maar weinige Dagen na de laatfte
Vervelling, begonnen eenige van myne toen volwasfene Rupfen in de
Aarde te gaan, zich in dezelve Holen te bereiden, om daar in tot Poppen
te veranderen, welke verandering in Poppen, aan die geenen die aai»
de Wanden der Glazen waar in ik dezelven had Hunne Holen maakten,
door my konden waargenomen worden, den Vierden Dag na het kruipen
in