i l l i i
I ! Ml
ï m i
fi i
1 P | 'i/ 1' .
M BK ■ l i l
II l l l l l
d
Tab.X.
Fig. i.
„ tem, volkomen by dien Naam bekend is, en wel om dat de Kop dezer
rt Rups, twee vcrhevendheden heeft, in de eene echter fcherper dan in
„ de andere voorkomende.” • In het werk van den Heer R ösel, weet ik
niet dat dit Infe£l afgebeeld of befchreeven is. Offchoon reeds genoemde
Heer l'Jdmiral, van de Rupfen zowel als Vlinders van ditfoort, ver-
fcheide afbeeldingen gegeeven heeft, zo fchynd zyn Edele echter de
Eieren van deze Vlinders, niet gehad te hebben, ik ben dezelven op de
volgende wyze machtig geworden.
De vriendèlykheid van den Wel Edelen Heere P. B. Nolthenius te Rotterdam,
is oorzaak, dat ik de Eieren van dit Inlèft, en daardoor deszelfs
geheele huishouding, ben magtig geworden , zyn Wel Edele zegge ik
derhalven door dezen, opentlyken dank daarvoor. Deze Eiëren, van de-
welken vier afgebeeld hebbe Tab. X. Fig. i in derzelver Natuurlyke
groote , werden my gezonden den 4 Juny des Jaars 1792 , met dit
Bericht ’er by : ,, eenigc Dagen gclccden, heb ik wandelende , aan den
„ Stam van een Ype-Boom gevonden een Mannetjes Vlinder,by de Hr.
,, l’Jdmiral Plaat 2 1 afgebeeld, en door zyn Edl. genaamd de Metier
,, Toorerlop, dicht by hetzelve zat een dergelyk Wyfje, dat door gebrek
Van gekronkelde" Wieken' té hebben', zich naauwelyks konde bewee-
„ gen; in het denkbeeld komende, dat deeze twee Vlinders lichtelyk ge-
:,, paard konden zyn geweest, heb ik hetzelve mede genomen, en daar-
„ van gisteren en eergisteren, de Eitjes bekomen, waarvan de helft
„ UE. hiernevens zende , in hoop dezelven niet onaangenaam zullen
„ zyn , en op zyn Tyd mogen uitkomen Dit laatfle was ook zo ,
want daar dezelven toen ik ze ontfing volkomen Grasgroen van kleur
waren, begonnen Zy den 2 1 van de Maand Juny, van kleur te veranderen
en reeds des anderen Daags, kwamen de eerfte Rupsjes uit,
zynde tienpootige Span-Rupfen, dezelven waren door het vergroot Glas
be-
■ k -
befchóuwd wordende , op den Rug donker bruin van kleur , naar ’t
zwarte hellende, doch onder den Buik, lichter van kleur, zelfs zommigen
witachtig, den ouderdom van een paar Dagen bereikt hebbende, waren
Zy reeds duidelyker te onderkennen, zynde van groote als Fig. 3. -
genoegzam over ’ t geheele L y f bruin van kleur. Voor dat de Rupsjes
uit derzelver Eieren kwamen , befchouwde ik deze laatften door het
Microscoop , en bevond dezelven zeer aartig met kuiltjes vercierd te
zyn, welken in eene geregelde orde in de lengte van het Ei waren, ik
hebbe om dit duidelyk te kunnen zien, een zodanig enkeld Ei in eene
vergroote gedaante afgebeeld Fig. 2. Myne jonge Rupfen, gaf ik zo Fig. 2.
dra zy uit Hunne Eiëren kwamen,, terftond Elfe Bladen, offchoon de
Vlinders beiden aan eenen Ypenftam gevangen waren, ik gaf Hun daarom
Elfe Bladen, dewyl ik meermaalen te vooren deze Rupfen van ver-
fchillenden Ouderdom, op Elfe Boomen en Struiken gevonden had , ook
daardoor verfcheide keeren derzelver geheele verandering in Vlinders had
verkreegen , maar nog nooit derzelver Eiëren was machtig geworden
als nu deze reize. Na het vreeten van dc EHc Bladen, (welken ik Iluit
altoos aan de Takjes nog vastzittende g a f, dewyl men dan een zodanig
Takje met Bladen , in een Vlesje met water kan zetten, waardoor dezelven
alsdan veel langer frisch blyven , dan wanneer men ze van de
Takjes afplukt, en dus afgeplukt zynde aan de Rupfen geeft) begonnen
mynè jonge Dieren braaf te groeijen, zo dat eenigen zich reeds den 30»™
Juny , dus maar acht Dagen na het komen uit derzelver Eiëren , voor
de.eerftemaal op het vervellen zetteden , en ’er den 2 July , reeds door
geraakten; Het toeneemen in groote, won zo fchielyk aan, dat veelen
reeds den 8 July, voor de tweede maal Hunne Huid verwisfeld hadden,
nu begonnen zy reeds merkelyk de eene van de andere in kleur te ver-
fchillen, doch het welk nog veel zichtbaarder wierd, toen zy den i 3 de"
en I4den Ju ly , voor de derde keer verveld waren-, nu had ik Rupfen
verkreegen waarvan zommigen geheel groen waren , anderen darentegen
d 2 groen