V O O R R E E D E,
ï ï e t aantal der Verhandelingen in dit Tweede Deel, nu ook
•wederom geklommen zynde tot dat van Vyftig, maakt hetzelve
by elkander gebonden wordende , eenen bekwaamen Band
uit, dit zo zynde , is het niet ohgeVoeglyk , voor alle deze
Verhandelingen, eenen Algemeenen Tytel, onderfcheiden van
dien der byzondere Zes Stukken, beneeyens eene Tytel-Plaat,
en algemeenen Inhoud der Verhandelingen , vooraf te plaat*
zen, ten dien Einde is‘het eene en andere by deze Voorreede
o f Voorbericht bygeVoegd , om dus alles tezaamen behoorlyk
te kunnen inbinden; In welke orde de Vyftig byzondere Verhandelingen
, op elkander moeten volgen , ziet men uit den
Inhoud duidelyk geribeg. Dat van eenige weinige Voorwerpen,
de Latynfche Naam, zo min in de Verhandeling zelve,
als in den Inhoud niet gemeld i s , komt daarvan daan, dat,
nog de Ridder L innseus , nog eenig ander Entomoloog o f Infec-
ten Befchryver, deze Voorwerpen, of in ’t geheel niet gekend,
o f ten minden niet belèhreeven en zo doende ook niet genoemd
heeft, echter zyn het niet meer als maar zeven in ge*
talie, zo ik deze ontbreekende Naamen nog mogt gewaar worden,
of zelven daar aan geeven, zal ik ze by eene volgende
gelegendheid melden, gelyk ik nu kan doen van twee Voorwer*
pen, in myn Eerde Deel befchreeven en aldaar met geenen
Latynfchen Naam benoemd, te weeten de Derde Verhandeling
van het Vierde Stuk, alleen maarden Nederduitfchen Naam
van Goudlakens Élindet hebbende, is na myne ontdekking van
dit Infect hier te Lande, naderhand in Duitschland, door eenen
Entomoloog, met den Latynfchen Naam van Ochreacea benoemd
geworden, zo is insgelyks het Voorwerp of de Vlinder, afge-
beeld en befchreeven in de Derde Verhandeling van het Zesde
Stuk, aldaar genoemd de Porcelein Vlinder, om reedenen dat
* 22 des*