J J.
Om nu nog iets van ons tegenwoordige Infeft, in deszelfs laatften
ftaat als Vlinder te zeggen, zo diend, dat de lichte Vlakken, welken
men op de Onder-Vlerken van het vliegende Mannetje ziet, geene
befchadigingen zyn, maar natuurlyke eigene Vlakken, offchoon dezel-
ven niet op alle Vlinders dusdanig zich bevinden, gelyk by voorbeeld
j , het in zynen rustenden ftand zittende Mannetje Pig. u . dezelven niet
heeft, ook over het geheel niet zo fterk vankieur is, echter zyn toch
alle Mannetjes van dezefoort, zeerweel hooger vankieur als de Wyfjes.
Een van deze Wyfjes Vlinders, apart gezet hebbende, voor dat hetzelve
zich nog van eenige Eieren ontlast had, wilde ik eens aan hetzelve
waarneemen, hoeveelehet wel by zich zoude hebben, o f liever,
hoe veel Eieren hetzelve wel zonder eenige dwang of hinder leggen zoude,
ik behield dit Diertje door middel van water, waarin een weinig
Zuiker opgelost was, zolang ik konde m het leeven, doch eindelyk hetzelve
geftorven zynde, telde ik alle de door dit Wyfje gelegde Eieren,
en bevond hetzelve te zyn een getal van 3(53, o f nu niet nog wel eenige
weinigen zyn verboren geraakt, durf ik niet zeeker bepaalen, maar
dit weet ik gewis, dat ’er niet minder zyn geweest.
NACHT-VLINDERS jwkTweedeGezintW-TWEEDE BENDE
S P .II. ^ a S .V I I I .