rgg N A C H T -V L IN B . vaa’tTW .G E 'lJe r TW. BENDE. P .n .T .X IF .
.§• 5-
Ter gelyker Tyd kwamen de Vlinders niet uit derzelver Poppen, want
-anders is dit doorgaands mynegewoonte, om wanneer ik derzelver Eiëren
■wensch machtig te worden, Mannetjes en Wyfjes Vlinders by elkander
te zetten, opdat zy zich te zaamen zullen vereenigen, en het Wyije alsdan
van deszelfs bevruchte Eiëren zich ontlasten zal, echter wil dit op
verre na niet altoos gelukken van alle Vlinders, want zeer veelen willen
in ’t geheel niet by elkander opgefloten zynde, paaren, daar in tegendeél
anderen dit wederom zeer gereedelyk te werk Hellen , echter doen dit toch
veele Wyfjes-Vlinders, dat zy nog voor Hunnen dood, zo niet alle ten
minften „een .gedeelte Hunner Eiëren leggen, hier door verkrygt men dan
•evenwel de gedaante en kleur der Eiëren te zien., en ook teffens de wyze
■ op wélke zy.dezelven leggen, ’ t zy enkeld, öf by kleine-of groote par-
tyen„; of. Schooien, dus is het rtvy met-onze tegenwoordige Vlinders ook
gegaan, „gepaard hadden de Wyfjes niet , echter leiden Zy toch een gedeelte
Hunner Eitjes, en wel allen enkeld, niet by Schooltjes, zynde
geelachtig van kleur, gelyk een derzelven tamelyk vergroot zynde, af-
ïFig i geheeld is Fig, 1 . , lang zullen deze Eitjes zekerlyk niet blyven leggen
voor dat de Rupsjes gekipt worden,, dewyl de Ruplèn in denzelfden Zomer
volwasfen geraaken en tot Poppen veranderen, in denwelken zy aio
Eiëren gelegd zyn geweest.
NACHT-VUNDEItS v a n ^Tweede Gezm'iAXTWEJiJ )E JUINDE.
'Z°JZ c/a6.xiv.\