het my gelukken de. elven tot de verandering te brengen want alle»
ftierven Z y , den eenen voor, den anderen na, doch' eindel'yk den 9
Tuny 1786 op Muiderberg zynde, vond ik wederom veble van deze
Rupfen in onderfcheidene groottens, en wel allen op de Eike-Bladen,
van welke Rupfen de kleinften allen troep.'gewyze in Spinzels, dus alk
zeer gezellige Dieren by elkander zaten-, al grootter en groottes wordende
, begaavan Zy zich meer uit elkander en leefdén dus minder gezellig.
Dewyl eene van myne Rupfen reeds den 1 5 derzelver Maand
in de Aarde kroop om te willen veranderen , dus maar zes Dagen nadat
ik dezelve gevonden had , zo zag ik derhalven uit deze , tot
welke maatte van grootte Zy wel eigentlyk kwamen, en eene andere
myner Rupfen deze maat van volwasfenheid bereikt hebbende , tee*
kende ik dus dezelve naar ’ t leeven a f , welke Afbeelding eener vol.
m j'.w a sfen e Rups te zien ia Tab. V. Fïg.. 3. De jongften van myne gevon-
fig. 3.denc Rupfen, veranderden drie a viermaalen van Huid, voor dat Zy
den Staat der volwasfenheid bereikt hadden , doch bleeven zich door
alle vervelUngen gelyk, met dit weinige onderfcheid , dat Zy jongew
zynde , wel zo licht van kleur waaren, alk ouder wordende.
$■ 3-
Die geenen van myne Rupfen, welken Haare volle grootte bereikt
hadden , kroopen in de Aarde , welke in Hun Verblyf op den Bodem
was, om in dezelye tot Poppen te veranderen’t welk ik hoopte dat ge>
beuren zoude.
§• 4 -
Na verloop van eenigen T y d, gaarne willende weeten o f myne Rup-
fen in Poppen veranderd waren ja , dan neen , omwroette ik de Aarde
voorzichtig , en bevond , dat van alle myne Rupfen welken in
Fig. 4.dezelve gekroopen waaren niet meer als maar ze s , zulke Huisjes uit
Brokjes Aarde te zamen gefponnen hadden , gelyk afgebeeld it-Fig. a.
Het eene einde van dit Aarden-Huisje, een weinig opengemaakt hebbende
, doed ons het daarin beflooter. zynde Popje zien , doch het
welk zich geheel uit het Aarden • Spinzel uitgenoomen , veel duidelyker
f ’vertoond by, Fig. 5. zynde licht bruin van kleur „ hoewel zommigen
myner Poppen, meer. naar ’ t zwarte helden dan het hier afgebeddè.
& S
Van het midden en laatst der Maand Juny d'es Jaars 1780
af , bleeven myne zes Poppen , in dien om zo te fpreeken half-
dooden en in de Aarde begraavenen Staat leggen, tot den 26,Maart
des volgenden Jaars 1787 , komende' toen de eerfle Vlinder te voor-
fchyn , ’ t wek een- Mannetje was, afgebeeld Fig. 7. vervolgens kwa-Fig. 7.
men ook de overigen uit Hunne Poppen voor den Dag , doch onder
alle myne Vlinders welken ik- bekwam- was maar een- eenig W y fje ,
te onderkennen- aan derzelver veel- dundere Sprieten en dikker L y f, a fgebeeld
in den loopenden ftand Fig. 6. waarteegen- het Mannetje byy,- 5
Fit. 7. afgebeeld , ons deszelfs vliegende gedaante vertoond, waardoor
men ook tegelyk de zeer zindelyk gekleurde Onder-Vlerken, volbomew
zien kan.
& &
Alle myne'Vlinders, zb dra dezelven uit Hiihne Poppen kwamen ,
zette ik dezelven by elkander, in hoope dat het eene W y fje ’t welk
’ermede by was, met het een o f ander van de Mannetjes paaren en Eieren
leggen zoude, doch in hoe verre dit gefchied is zal blyken, want
na ’t verloopen van verfcheidene Dagen dat dezelven by elkander ge-
zeeten hadden , binnen welken Tyd' ik- allen dagelyks eenig Voedzel
g a f, beflaande in fchoon Water, waarin een weinig Zuiker opgelost
was , zo leidde eindelyk- het Wyfje' den 2? April vier Eitjes, afgebeêli
in derzelver natuurlyke grootte Fig. 1. doch door het Microscoop ge- Fig. 1
zien, dezelven zeer aartig gefigureerd bevindende, is hetzelve onder
e-ene tamelyk fterk-e vergrootting afgeteekend by Fig. 2. deze vier Fig, 2,
Eitjes, welken-allen bleek geel-van kleur waren korf na. de legging,
wierden na verloop van eenige Dagen al donkerder en donkerder van
kleur,. dus ik zeeker dacht dat dezelven bevrucht waren en de Rupsjes
’et eerlang zouden uitkoomen', doefe tot myn ipyt verdroogden Zy
allen, een bewys voorzeeker dat dezelven niet gelegd waren van een
gepaard hebbend en-daardoor bevrucht geraakt zynde W yfje , in welke
gedachten ik temeer gefterkt wierd , dew-yl het ileg's na het leggen van
vier Eitjes ftierf,. daar inteegendeel een bevrucht Wyfje , oifchoon
e 2 ook