<& < O > <9
NBDERLANDSCHE INSECTEN,
B E S G H R E E V E N E N A F G E B E E L D .
TWEEDE DEELS VYFDE STUK.
s f f i g ^ S S S S S iS S S !® ® ! ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® ® s s
E E R S T E V E R H A N D E L I N G .
O V E R DE
N A C H T - V L I N D E R S ,
van ’ t E e r s t e G e ’z.in der T w e ed e Bende,
De M. V L IN D E R .
P; II. Tab. I.
D e Kent eikenen Ier Rupfen, Toppen en Vlindert, waardoor men dit Eerste
Gezin der Tweede Bende, van alle de overigen onderfcheid, zyn de vél•
genden:
1 ) De Rupfen van dit Gezin hebben 12 Ponten,' daar integendeel die
van de Eerste Bende 16 , en die van het Tweede Gezin der Tweede
Bende, maar 10 Pooten hebben.
2) Met enkeide zeer Fyne en korte Haairtjes zyn de Rupfen voorzien.1
< 3) In ’t loopen fpannen dezelven minder fterk, dan wel de 10 Pootige
Rupfen, door dien dezelven een paar middel Pooten meerder hebben,
a s 4) Wan-;
■HEK