« • >
nederlandsche insecten,
b e s c h r e e v e n e n a f g e b e e l d .
#®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®# *
TWEEDE DEELS TWEEDE STUK*
E E R S T E V E R H A N D E L I N G .
O V E R DE
D A G - V L I N D E R S ,
van de T w e e d e B e n d e ,
D E s c H I L D - R U P S,
P. I I . Tab. I.
indelyk heeft het my mogen gelukken, na reeds ze*
en veertig Verhandelingen, van dit tweede Deel der
Nederlandfche Rupfen en Vlinders, afgebeeld , be.
fchreeven en üitgegeeven te hebben , een Voorwerp
machtig te worden, behoorende tot de Dag-Vlinders van de Tweede Bende,
wordende hier door de gaaping, welke ’er tot nog toe heeft plaat*
gehad, door het ontbreeken van het Tweede Deels Tweede Stuk, met deze
thans voor ons hebbende Verhandeling verholpen , doch eer ik overA
gaan