
Oranje By gelegenheid van de in 't Eerde Deel, op de Negentiende en in ’t Twee»
Kouings de Deel op de Een-en twintigfte Plaat, vertoonde zeer fraaije Konings-Mantel'
Mantel. Doubletten ,\s reden gegeven van die benaaming. Deeze, van Fig. 2 , heeft de
*‘s' u. Rjbtjen fterk Oranjekleurig.
De Ooft- en We ft Doublet Schulp, van Fig-, 3 , overtreft die van de voorgaande
Plaat in fchoonheid van Kleur, zynde zeer fraay gemarmerd.
Gcban- De Kleur en Tekening, beiden te famen, geeven aan de Dadel van Fig. '4 ,
deerde den naam. Men noemtze Eikenbouts■ Dadel, om d a tzym e tfyn e Streepjes,
Eiken- gelyk het Eikenhout, geftreept i s , en Gebandeerde wegens de dwarfe Banden,
Dadel. d‘e om haar heen loopen. Aan het Mondftnk is zy eenigermaate Oranje.
Fig. 4'. 'kleurig.
Satyne • Die van Ftg. 5 voert, wegens de Weerfchyn, die ’er in fchynt plaats te
Dadel, hebben, en de aartige mengeling van geel en groenagtige. Kleuren, den naam.
&£■ 5- yan de Satyne Dadel.
A o t -b n - T w in t ig s t e P b a a t .
Gevlam- De Hooren, die in Fig. 1 , op. deeze Plaat, voorkomt, is ongemeen zeld.
Ki™*" zaam. Van boven gezien zou menze byna tot de Tepelbakken betrekken ,
hooien, doch de Mondopening, die eenen getanden omgeflagen Rand heeft, brengt-
Tab. ze tot de Klip of Porfeleinhoorns t’huis. De breede geflingerde Streepen ,op
XXVIII. een geelagtigen Grond, maaken dit Stuk atnzienlyk en geeven ’er te regt den
*. naam van Gevlamde Oranje-Kliphooren aan.
Eoiit Te- Die van Ftg. 2 is een Tepelbakje, dat wegens z-yne witte Vlakjes^ ook geen
peibakje..onaartig aanzien heeft. Het verfchilt aanmerkelyk van de andere Tepelbak»
F/g.a. ken, die reeds in dit Werk zyn vertoond.
Gevlakt Zeer fraay is het Mantel Doubletje,v an Fig. 3 , op eenen hoog geelen Grond
Mantel- met r00(j en witte Vlakjes getekend. Wy hebben reeds aangemerkc, dat de
je./'/j.3- verfcheidenheid der Doubletten van dien aart, in dit opzigt, byna oneindig
is. Het behoort tot de Tweehonderdfte foort van Linnaeus, welke van dien
Autheur gezegd wordt de Schaal,gelykkleppig,met veertig Draadagtige Straa-
len en maar ééne Oorlap te hebben.
Oranje Van deeze Soort Ftg. 4 komen ’er voor die zeer hoog Oranjekleurig zyn,
ManteY en deswegen noemt menze Oranje-Mantels. Zy hebben een geheel andere Ge-
f>s-4' ftalte dan de gewoone Mantel Doubletten, zynde veel .ronder en breeder ;
doch het gene haar wel het allermeefte onderfcheidt, is , dat zy de bovenfte
Schulp verhevenronder hebben dan de onderfte. Dus blykt, dat zy behooren
tot de tweehonderd en. tweede Soort van L inn-eus , die hy deswegens Opercu-
laris tytelt. De Straalen zyn zeer breed, en overdwars als met kleine Kerfjes
ingefneeden; ’t welk deeze Doubletten op ’t gevoel ruuw maakt. Z y hebben
ongevaar twintig zodanige Straalen, Die hier afgebeeld is heeft een fraaije
Citroenkleur, en is met verfcheide gekrinkelde Wormhuisjes begroeid., waar
OBJLH