
H O O R E N S en S C H U L P E N . Ï 9 5
de Mond- opening, Plooijen hebben. De Tekening der Oppervlakte, evenwel,
betrektze tot de Vlaggetjes. Ieder Gier, naatnelyk , heeft verfcheide
fmalle Bandjes, in welken het geele, roffe en bruine, op een aartige manier,
door malkander fpeelt, en by naauwkeurige befchouwirrg geen onaartige Ver-
tooning maakt, op den witagtigen Grond. Het is een Land-Slakhoorentje, dat
zig'in Afrika onthoudt, zynde zeer dun van Schaal.
Met niet minder reden kunnen wy het Hoorentje van Fig. 3 den naam van Wimpel.
Wimpeltje geeven. Het is op dergelyke manier, doch tevens met eenig blaauw'JJ 3>
en groen gebandeerd, op éenen geelagtigen Grond. De Mond-opening doet
het inzonderheid van ’t voorgaande verfchillen, doordien het dezelve niet alleen
langwerpig enfcheef, maar ook met eenen breeden omgeflagen Zoom
heeft. Buiten twyfel is het ook een Land- o f Rivier - Slakhooren.
Wegens de fraaije helder bruine Bandelier, die om dit Hoorentje gaat, en Geusje,
op deszelfs geplooiden Rok zeer afllraalt, zullen wy het Geusje noemen. Dit/’* ' 4’
is een V la g , die van de Boegfteng op de Schepen afwaait, en tot een byzonder
merkteken dient. Het heeft de Mond-opening langwerpig en met kleine
Knobbeltjes voorzien.
Dit Hoorentje van Fig. 5. behoort volgens d'A k o e n v t t t i tot de Kink-Gegroef-
hoorens, tot welken de Spillen door deezen Autheur ook betrokken worden, booral.'
Het is eenigermarte Spilagtig van gedaante, hebbende een korte Staart en langs K f $•
de Gieren fmalle Groefjes die geel gerugd zyn. T o t aan den Top zyn v y f G ieren
zigtbaar. De Mond heeft aan de Lip een zeer dikken zoom, die vanbin-
nenllerk getand is , hebbende zo veel Tandjes als 'er Ribben op de Gier zyn»-
naamlyk dertien o f veertien.
Van die Hoorens, welke men, wegens de bultigheid, Kameelhoorens noemt, Geribde
zyn in het voorgaande Deel twee vertoond. Hier toe behoort ook het H o o -^ ^ [ ‘
rentje van Fig. 6 , dat geel van Kleur is , en, op dergelyke manier als het voor- Fig. 6.
gaande, langs de Gieren, met een menigte van Groefjes en Ribbetjes voorzien-
De Schaal- is dik, doch de Lip loopt fcherp uit, en heeft van binnen een menigte
van kleine Tandagtige Knobbeltjes, een ftroobreed van den Rand afgeplaatft.
W y hebben in ’t Tweede Deel , bladz. 48, reeds van de Getakte Vaazen ge-Getakt«
fproken. De tegenwoordige van Fig. 7 ,komt veel nader aan de geftalte van een^5Ky
Vaas, welke de Hoorens van deezen naam moeten hebben ; doch de Spil heeft 4
hier geene Plooijen, gelyk in de eigentlyke Vaazen, die wit z yn , en waar van
wy ’er één op de volgende Vyfendertigfte Plaat zuilen voorftellen; als wanneer
men ook hetonderfcheld tuffchen de Vaazen en Switzerfche Broeken zal kunnen
zien. Deeze is door haare hooge Vleefchkleur zeer aanzienlyk, en fterk
getakt met witagtige Punten, die van binnen hol zyn, hebbende de Oppervlakte.
zeer effen en glad.